We Gaan Weer Vogels Tellen: De Nationale Tuinvogeltelling 2022 by Vogelbescherming
Geschreven op 2-12-2015 - Erik van Erne. Geplaatst in Agenda, NatuurUpdate 24 juni 2022: Het gaat niet goed met de meeste vogelsoorten in steden en dorpen.
De diversiteit aan vogels in steden en dorpen is de afgelopen jaren achteruitgegaan. Volgens het CBS is het aantal soorten in het zogenoemde stedelijke gebied tussen 2007 en 2020 met 6 procent gedaald. Met name vogelsoorten die vaak in struiken nestelen, komen er minder vaak voor. Dat aantal daalde met 30 procent. Ook het aantal vogelsoorten die in het bos of park (-20 procent) en het open groen (-10 procent) leven, nam af.
Een belangrijke oorzaak van de afname van de vogelsoorten is het “verder volbouwen” van steden. Daardoor blijft er voor de vogels minder groen over in het stedelijk gebied. Ook soorten die over het algemeen goed in een stedelijke omgeving gedijen, zoals huismussen, spreeuwen en gierzwaluwen, zagen hun populatie met 10 procent afnemen.
De populatie van vogels die in of nabij het water of moerassen leven, nam juist toe. Gemiddeld groeiden die populaties sinds 2007 met 30 procent. Onder deze vogels vallen onder meer de krakeend en de grauwe gans.
Een bijzonder fenomeen is de toename van kleine mantelmeeuwen en zilvermeeuwen in de steden. Aan de kust gaan ze als broedvogel juist achteruit door vossen en menselijke verstoring. Als alternatief hebben deze vogels veilige broedlocaties op daken in steden en dorpen gevonden. Ze trekken daarbij steeds verder het binnenland in.
Voor het onderzoek werd de ontwikkeling van in totaal 83 soorten vogels gevolgd
31 januari 2022: Zo, de Nationale Tuinvogeltelling editie 2022 zit er weer op.De 146,000 deelnemers van de Nationale Tuinvogeltelling 2022 telden meer dan twee miljoen vogels.
De huismus werd opnieuw het meest geteld. Opvallend is ook het aantal merels dat de deelnemers zagen: de vogel werd dit jaar weer in meer tuinen gezien dan afgelopen jaren.
De huismus is al jaren koploper in de telling en staat ook dit jaar weer op nummer 1.. “Huismussen leven in grote groepen, waardoor deze soort in absolute aantallen standaard op de eerste plek eindigt”, aldus de Vogelbescherming. De koolmees werd na de huismus het meest gezien.
Op de derde plaats staat de merel. “Na de uitbraak van het usutuvirus in 2016 werd deze zangvogel nog maar in twee derde van de tuinen gezien. Nu gaat het om drie kwart van de tuinen”, zegt de Vogelbescherming.
Dit jaar staat de pimpelmees net onder de merel op de vierde plek. Op nummer vijf staat de kauw.
Op nummer zes volgt de vink, op zeven de houtduif, op acht de ekster, op negen de Turkse tortel en op tien de roodborst.
28 januari 2022: Deelnemers aan de Nationale Tuinvogeltelling 2022 wordt gevraagd in het bijzonder te letten op merels in hun achtertuin of op het balkon.
Het aantal getelde merels gaat al een paar jaar achteruit, zegt de Vogelbescherming. De Nationale Tuinvogeltelling begint vandaag en duurt tot en met zondag.
Volgens de natuurorganisatie is het aantal merels in Nederland de afgelopen jaren met 30 procent gedaald. In 2008 zaten er gemiddeld 3,7 merels in een tuin. Vorig jaar waren dat er gemiddeld twee.
Dit jaar is uitgeroepen tot Jaar van de Merel. Onderzoekers vinden dat deze vogel extra aandacht nodig heeft. Ze willen onder meer weten waardoor het aantal merels afneemt en wat er gedaan kan worden om de merelstand te herstellen.
13 november 2021: Of u nu een roodborst, merel of pimpelmees in de tuin hebt of allemaal het is sowieso een cadeau. Stuk voor stuk kleine lichtpuntjes in de donkere wintermaanden.
Daarom tellen natuurlijk ieder jaar weer tienduizenden mensen mee. Het is gewoon zo gezellig. Verbonden met elkaar én met de natuur. En het helpt ook nog de vogels beter te beschermen.
De Nationale Tuinvogeltelling 2022 is op 28, 29 en 30 januari 2022
Krijg dit jaar véél verschillende soorten in uw tuin en leer mus en vink gemakkelijk herkennen. Verder uw kortingscode, de quiz en mooie aanbiedingen in deze eerste voorpretmail van het seizoen.
2 februari 2021: Zo, de Nationale Tuinvogeltelling 2021 zit erop. Dit jaar deden maar liefst 198.179 mensen meet aan de telling. Gezamenlijk werden er 2.759.139 vogels geteld.
De top drie is gelijk aan de top 3 van vorig jaar. Net zoals vorig jaar werd de huimus het meest geteld. Op de tweede plaats komt de koolmees en als derde staat de pimpelmees in de top 10.
Op de vierde plaats komen we de merel tegen (vorig jaar nog vijfde). Vijfde in de lijst is de vink (vorig jaar op plek 6). De kauw komen we dit jaar tegen op plek 6 (vorig jaar op 4. De roodborst staat op de zevende plaats (vorig jaar op 9). De ekster staat op 8 vorig jaar op 10). De houtduif zien we terug op plek 9 (vorig jaar op 8). De Turkse tortel completeert de top 10 (vorig jaar op 7).
De conclusie is dat alle vogels die vorig jaar on de top 10 stonden dit jaar ook weer in de top 10 staan.
14 november 2020: We gaan een ongebruikelijke winter tegemoet, maar corona of niet, tuinvogels tellen doen we samen. Ieder jaar met tienduizenden mensen, allemaal in de eigen tuin. Geen risico’s, wel met elkaar en de natuur verbonden.
Lees hoe u kunt opladen in de tuin en daarmee ook nog tuinvogels helpen. Koperwieken bijvoorbeeld, want die zijn er veel dit jaar. Herkent u ze met deze tips? Verder uw kortingscode, de quiz en mooie aanbiedingen.
Tel op vrijdag 29, zaterdag 30 of zondag 31 januari 2021 één keer een half uur de vogels in uw tuin of op uw balkon. Meedoen is leuk, gemakkelijk en u helpt de vogels.
De Nationale Tuinvogeltelling is het grootste citizen science project van Nederland. Vogelbescherming organiseert de telling samen met Sovon Vogelonderzoek Nederland. De Nationale Tuinvogeltelling levert een momentopname van de aantallen vogels die in Nederlandse tuinen aanwezig zijn. In combinatie met de resultaten van andere jaren en met andere tellingen levert dit een beeld van de ontwikkelingen in het belang van tuinen voor vogels.
27 januari 2020: Zo, de Nationale Tuinvogeltelling is weer voorbij. Net als vorig jaar voeren de huismus en koolmees de lijst aan.
De pimpelmees werd dit weekend opvallend vaak gezien. De mees met het blauwe ‘petje’ eindigt op de derde plek.
Aan de zeventiende tuinvogeltelling deden 90.264 mensen mee, een record volgens de organisatie. Er werden in totaal 1.581.156 vogels geteld.
De vink staat niet langer in de top-3 en duikelt naar de zevende plek. Dat komt waarschijnlijk door het zachte winterweer, zegt de Vogelbescherming. Daardoor is voor de vink nog voldoende voedsel in de bossen te vinden, waardoor ze de tuinen niet in hoeven.
De opmars van de pimpelmees komt volgens de Vogelbescherming door het goede broedseizoen dat de vogelsoort had in Oost-Europa. Er waren er zoveel dat daar voedselgebrek ontstond en veel vogels de vlucht namen naar Nederland.
1 januari 2020: Zet de voedertafel klaar, hang de vetbol op (zonder netje!) en omcirkel de datum in je agenda!
Op vrijdag 24, zaterdag 25 en zondag 26 januari aanstaande houdt Vogelbescherming Nederland weer de Nationale Tuinvogeltelling. De Vogelbescherming geeft je vijf tips om het tellen supermakkelijk te maken.
1. Tel in de ochtend: In een koude nacht kan een klein vogeltje wel tien procent van zijn lichaamsgewicht verliezen! Er moet dus direct na zonsopgang gegeten worden om aan te sterken. In de ochtend zijn de tuinvogels daardoor het makkelijkst te zien. Deelname aan de Tuinvogeltelling duurt maar dertig minuten, maar u zult verbaasd zijn hoeveel vogels u ziet in zo’n korte periode.
2. Voer!: Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? In de winter moeten vogels goed eten om op krachten te blijven, er is dus geen tijd en energie om uitgebreid te zoeken. Als vogels eenmaal doorhebben dat er in uw tuin voldoende te halen valt, blijven ze langskomen.
3. Voer voor iedereen: Met vetbollen (zonder netje!), zonnebloempitten en strooivoer maakt u heel wat vogels blij. Leg bijvoorbeeld ook eens een beurse appel in de tuin, merels en spreeuwen zijn er dol op. Strooi ook wat voer vlakbij de struiken, zo is er ook wat te eten voor de schuwe vogeltjes als de winterkoning en heggemus. Spechten en boomklevers zijn dol op vogelpindakaas. Hang een pot op of smeer wat op een boom.
4. Check de vogels: Als uw weet welke vogels er bij u in de buurt leven, maakt dat het herkennen een stuk eenvoudiger. Vul op Mijn Vogeltuin uw postcode in en ontdek zo welke tien vogels u in uw tuin kunt aantreffen.
5. Schrijf u nu alvast in: Wie zich nu al via Tuinvogeltelling inschrijft, ontvangt via de mail gratis herkenningstips om de vogels uit elkaar te houden. Ook ontvangt u de special Vogels Voeren én krijgt u vijftien procent korting op vogelvoer en nestkasten in de webshop van de Vogelbescherming.
29 januari 2019: Naar verwachting deden ruim 70.000 mensen afgelopen weekend mee aan de Nationale Tuinvogeltelling, nog niet eerder waren dat er zoveel.
Opnieuw werd de huismus het meest geteld, gevolgd door de koolmees en vink. De merel lijkt zich deels te herstellen met een vierde plek, maar in de zuidelijke en oostelijke provincies is de achteruitgang van het aantal merels nog duidelijk te zien.
Tijdens de Tuinvogeltelling van vorig jaar duikelde de merel voor het eerst sinds de start van de Tuinvogeltelling uit de top 3. Dit jaar lijkt de merel zich daarvan licht te herstellen, met een vierde plaats. De hogere plek van de merel is wellicht wat vertekend door de sneeuw van de afgelopen paar dagen, waardoor de vogels naar tuinen toe komen om voedsel te zoeken.
De reden voor de afname is tweeledig. Doordat onze winters langzaam zachter worden, hebben merels uit Noordwest-Europa de laatste jaren waarschijnlijk minder behoefte om naar het zuiden te trekken. Daarnaast waart het usutu-virus sinds 2016 rond, in de volksmond ook wel de merel-ziekte genoemd, waardoor het aantal merels is afgenomen. Gelukkig is de merel, nog wel veel geziene gast in de Nederlandse tuinen.
2 december 2015: In het derde weekend van januari is het weer zo ver: de Nationale Tuinvogeltelling van Vogelbescherming Nederland. Tienduizenden mensen tellen in dat weekend de vogels in hun tuin en doen zo mee met het grootste burgeronderzoek van Nederland.
Al veel mensen zijn nu aan de slag met de vogels in de tuin. De nestkasten worden schoongemaakt of opgehangen; bladeren worden op een hoop geveegd voor het ideale rommelhoekje. Er worden vogeltaarten gebakken en voederhuisjes gevuld. De liefde van vogels gaat door de maag, dus wie goed voert ontvangt veel vogels in de tuin. Maar er is zoveel meer te doen!
Wie extra tips wilt ontvangen om vogels naar de tuin te lokken kan zich inschrijven voor de Nationale Tuinvogeltelling. Je ontvangt dan elke week een mail met daarin de beste tips over vogels voeren, de tuin vogelvriendelijk maken en vogels herkennen.
De Nationale Tuinvogeltelling van Vogelbescherming Nederland vindt dit keer plaats op 16 en 17 januari 2016. Jaarlijks tellen tienduizenden Nederlanders in het 3e weekend van januari de vogels in hun tuin en helpen zo mee aan het grootste citizen science project van Nederland.
Meedoen is simpel: 30 minuten lang inventariseer je de vogels in de tuin en de resultaten meldt je op de website Tuinvogeltelling. Vorig jaar namen bijna 55.000 mensen deel aan het evenement. De top 3 bestond toen uit de huismus, de koolmees en de merel.
Erik van Erne zegt:
28 november 2019 om 13:31 | Permalink
Interreg Project North Sea Region PARTRIDGE Projectfilm: Tien Voorbeeldgebieden In Europa
Een belangrijk onderdeel is het uitwisselen van kennis met boeren, jagers, natuurbeschermers en beleidsmakers door heel Europa. Zo werken we toe naar duurzame akkerbouw met behoud van natuur.
Erik van Erne zegt:
1 januari 2020 om 13:28 | Permalink
Vogels, natuurfilm by BLOS rtv
Erik van Erne zegt:
28 januari 2022 om 17:47 | Permalink
Steeds Meer Felgekleurde Halsbandparkeiten Geteld In Nederland by Sovon Vogelonderzoek Nederland
Oorspronkelijk kwamen ze alleen in India en de Sahelregio in Afrika voor. Maar in de afgelopen eeuw heeft de halsbandparkiet zich in allerlei Europese steden gevestigd. Ook in Nederland, waar sinds midden jaren zestig van de vorige eeuw een populatie in het wild huist. Deze vestiging is te danken aan vogels die zijn losgelaten uit volières. Sindsdien ging het de parkieten voor de wind.
Hun succes heeft te maken met de combinatie van milde winters en voldoende voedsel, zoals bessen, noten en knoppen aan sierbomen, en voedertafels in tuinen. Kennelijk zijn er ook voldoende nestbomen met holen om in te broeden en weten ze daarin genoeg jongen groot te brengen.
Halsbandparkieten hebben de gewoonte om buiten het broedseizoen gezamenlijk in groepen te slapen. Zulke slaapplaatsen trekken vogels uit de wijde omgeving aan. Parkieten kunnen tientallen kilometers vliegen om er te komen. ’s Winters zijn ze op deze plekken goed te tellen. De bomen zijn dan kaal en veel van de slaapplaatsen zijn goed bereikbaar in het stedelijk gebied. In de winters van 2009-2015 werden de parkieten landelijk geteld. De laatste slaapplaatstelling, in de winter van 2014/15, leverde 9600 halsbandparkieten op. Eerder, in de winter van 2011/12, waren dat er 12.000. In de afgelopen jaren groeide de populatie snel, zo bleek uit tellingen overdag in het broedseizoen en in december.
Om de populatiegrootte opnieuw vast te stellen, organiseerden men opnieuw twee winterse slaapplaatstellingen. In de weekenden van 18/19 december en 14/15 januari brachten ruim honderd vrijwilligers de slaapplaatsen per stad of dorp in kaart en telden de aantallen. Dat leverde in januari bijna 22.000 halsbandparkieten op. In tien jaar tijd is hun aantal dus bijna verdubbeld.
De halsbandparkiet is nog steeds een uitgesproken Randstedeling. In vergelijking met zeven winters geleden bleef de verspreiding van de slaapplaatsen bijna gelijk. De meeste parkieten werden in Den Haag, Amsterdam en Rotterdam geteld. Maar allerlei andere plaatsen in de Randstad hebben inmiddels ook slaapplaatsen met honderden vogels (zie kaartje). Aan de randen van het verspreidingsgebied bleken de aantallen op enkele plaatsen behoorlijk te zijn toegenomen, zoals in Purmerend (bijna 800) en Utrecht (950). Op sommige plekken verscheen de soort, zoals in Alkmaar (570) en Hoorn (40). De groei heeft kennelijk vooral in de randzone plaatsgevonden, al moeten de resultaten nog wel verder geanalyseerd worden.