KNMI Klimaatsignaal ’21: Zeespiegel Stijgt Sneller, Meer Zon, Meer Extreme Buien by KNMI
Geschreven op 27-10-2021 - Erik van Erne. Geplaatst in KlimaatHet klimaat in Nederland verandert steeds sneller en de prognose voor de zeespiegelstijging in de Noordzee moet naar boven worden bijgesteld. Dat concludeert het KNMI in Klimaatsignaal’21, een doorrekening van het nieuwste IPCC-rapport aangevuld met eigen onderzoek.
Het KNMI maakt om de acht of negen jaar een gedetailleerde analyse van het veranderende klimaat in Nederland en schetst dan scenario’s voor de toekomst. De volledige versie verschijnt in 2023. Het nu gepubliceerde rapport is een voorproefje.
De toekomstscenario’s laten een grotere zeespiegelstijging zien dan voorheen. Als we de uitstoot van broeikasgassen niet verminderen kan de zeespiegel voor de Nederlandse kust rond 2100 met 1,2 meter stijgen ten opzichte van begin deze eeuw. Als het smelten van de Antarctische IJskap op de Zuidpool versnelt, komt zelfs de 2 meter zeespiegelstijging in 2100 in zicht. In 2014 berekende het KNMI dat in 2100 de grens 1 meter zou zijn. De berekende zeespiegelstijging is nu dus naar boven bijgesteld.
Op de lange termijn wordt het verschil in zeespiegelstijging tussen niets doen aan de uitstoot van broeikasgassen en het voldoen aan het Klimaatakkoord van Parijs zeer groot. In 2300 kan dit verschil al oplopen tot vele meters.
Dat verschil is vooral groot als de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen blijft toenemen. De zeespiegelstijging in de Noordzee kan volgens het nieuwe rapport dan aan het einde van de eeuw al zijn opgelopen tot ongeveer 2 meter. Dat is een twee keer zo grote stijging als werd aangenomen in de vorige KNMI-scenario’s.
Over een deel van dit worstcasescenario bestaat nog wetenschappelijke discussie, zegt zeespiegelexpert Sybren Drijfhout van het KNMI: “De gangbare berekeningen hebben een bovengrens van 1 meter 20 in het jaar 2100. Als het ijsverlies op Antarctica versnelt, kan dit nog hoger uitpakken, tot 2 meter rond het einde van de eeuw.”
De zeespiegelstijging als gevolg van de huidige uitstoot zal ook na 2100 nog vele eeuwen doorzetten. Scenario’s met een hoge en lage uitstoot lopen dan meerdere meters uiteen, zegt het KNMI.
Daarnaast blijkt uit het nieuwe onderzoek dat de zwaarste zomerbuien extremer worden, waarbij ook de kans op valwinden toeneemt. Naast de extreme buien kent de Nederlandse zomer ook een ander gezicht: dat van droogte. De kans op droge lentes en zomers is groter geworden. In het binnenland komt deze toename door klimaatverandering. Ons klimaat schuift steeds meer richting het klimaat van Zuid-Europa op.
De sterkere opwarming van het noordpoolgebied speelt mogelijk een rol in de grotere kans op langdurige droogte of hitte. We kunnen namelijk langer met hetzelfde weertype te maken krijgen doordat de straalstroom (baan met hoge windsnelheden op circa 10 kilometer hoogte) mogelijk zwakker wordt door een afname van het temperatuurverschil tussen pool en tropen. Hoe trager de straalstroom meandert, hoe groter de kans dat hetzelfde weerbeeld langer blijft bestaan. ’s Zomers neemt de kans op laagwater in de rivieren toe, terwijl in de winter juist de kans op hoogwater toeneemt.
Orkanen die bij Bonaire, St Eustatius en Saba, de zogeheten BES-eilanden, voorkomen, nemen in kracht toe met gemiddeld meer neerslag. Orkanen hebben niet alleen invloed op Caribisch Nederland, maar kunnen dat ook hebben op Europa. Dit is al een keer gebeurd met orkaan Ophelia in 2017. Restanten van tropische orkanen kunnen ook de Noordzee bereiken en gaan gepaard met veel wind en neerslag.
Het aantal stormen op de Noordzee neemt niet toe. Het nieuwe onderzoek laat geen toename zien van de windsterkte op de Noordzee en de daarmee gepaard gaande stormvloeden.
Steden zijn meestal warmer dan de landelijke omgeving. Door de opwarming van de aarde wordt het ook in steden nog warmer. Daarnaast vormen extreme neerslag en droogte een steeds grotere uitdaging voor de stad.