Klimaatmonitor Waterschappen 2020: Waterschappen Hebben Energie En Klimaat Doel 2020 Gehaald
Geschreven op 18-11-2019 - Erik van Erne. Geplaatst in Klimaat21 september 2021: De waterschappen hebben de energie- en klimaatambities gehaald die 10 jaar geleden zijn vastgelegd in het Klimaatakkoord Waterschappen Rijk. Dat blijkt uit de Klimaatmonitor Waterschappen over 2020.
Het gaat onder meer om energiebesparing, vermindering van broeikasgassen, duurzaam inkopen en duurzame energieproductie. Opvallend is de toename van de productie van zonne-energie.
De Unie van Waterschappen en het Rijk hebben in 2010 onder meer afgesproken dat de waterschappen in 2020 voor minstens 40 procent zelfvoorzienend zijn door eigen duurzame energieproductie. Deze doelstelling is al in 2019 behaald. Dit percentage is in 2020 verder gestegen naar 43,2. Opvallend is de enorme stijging in de productie van zonne-energie van bijna 84 procent: van 23.639.873 naar 43.467.987 kWh. Dit is het resultaat van de grote hoeveelheid zonneweiden die in 2019 en 2020 zijn opgeleverd. Daarnaast was ook de totale productie van biogas in 2020 bijna 5 procent hoger dan in 2019.
De doelstelling om in de periode 2005-2020 jaarlijks gemiddeld 2% energie-efficiencyverbetering te realiseren is ruim gehaald met een gemiddelde van 3,8 procent per jaar. Ook de ambitie om de CO2-voetafdruk van 1990 in de periode tot en met 2020 met 30 procent te verminderen is geslaagd. Door de productie van biogas en de inkoop van groene stroom hebben de waterschappen in de periode 2005-2020 een vermindering van 68 procent gerealiseerd. Dat is 315 kiloton CO?.
De Klimaatmonitor Waterschappen brengt ieder jaar de voortgang van de geboekte resultaten voor klimaat en duurzaamheid in beeld. De belangrijkste indicatoren en cijfers zijn vanaf dit jaar -met terugwerkende kracht- opgenomen in het WAVES-dashboard en de bijbehorende databank. In het Waterschap Analyse- en Verbetersysteem (WAVES) staan de gegevens voor de hele sector en voor elk waterschap afzonderlijk. Er is een speciale dashboardpagina over het thema ‘Klimaat’ zodat waterschappen en externe geïnteresseerden interactief aan de slag kunnen met de data. Bijvoorbeeld om uitkomsten te vergelijken tussen waterschappen onderling.
Met de Klimaatmonitor 2020 (PDF) is ook inzicht verkregen in de toekomstige energieprojecten van de waterschappen. De waterschappen zetten zich nu in voor energieneutraliteit in 2025, door het gebruik van middelen als rioolwaterzuiveringen, terreinen en oppervlaktewater. Zo dragen ze bij aan de doelstelling van het nationale Klimaatakkoord.
Voor de periode tot en met 2025 verwachten de waterschappen met 105 geplande duurzame energieprojecten genoeg duurzame energie op te wekken om energieneutraliteit te bereiken. De meeste projecten (72) zijn gericht op de opwekking van energie met zonnestroom. Tegelijk werken de waterschappen aan een visie en aan strategieën richting co2-neutrale en circulaire waterschappen. Dat gaat bijvoorbeeld over het terugdringen van het gebruik van fossiele brandstoffen in het materieel.
In het Grondstoffenakkoord staat de doelstelling van een 100% circulaire economie in 2050 met een tussenstap in 2030. In dat jaar willen de waterschappen 50% minder primaire grondstoffen gebruiken die een negatieve milieu-impact hebben of schaars zijn. Onder andere door circulair in te kopen en infrastructurele projecten klimaatneutraal en circulair uit te voeren. Kortere productieketens en minder energieverbruik over de hele levenscyclus van producten en materialen zorgen voor een afname van broeikasgasemissies.
Ook vergroten waterschappen het aanbod aan hernieuwbare alternatieven door waardevolle grondstoffen terug te winnen, zoals schoon water uit rioolwater. Alle waterschappen hebben inmiddels beleid en doelstellingen gevormd om bij te dragen aan de transitie naar een circulaire economie. Daarnaast wordt er gewerkt aan een gezamenlijke strategie circulaire waterschappen.
28 november 2020: Uit de Klimaatmonitoring waterschappen 2019 blijkt dat de waterschappen hun energie- en klimaatambities voor 2020 nu al behaald.
De doelstelling van 2% energie-efficiency verbeteren per jaar (30% over de periode 2005 - 2020) is ruimschoots behaald. In de MJA-planperiode 2009 - 2019 is een energie-efficiency verbetering gerealiseerd van gemiddeld 3,7% per jaar.
De doelstelling van de Meerjarenafspraken energie-efficiency (MJA) om 30% energie-efficiëntie te behalen in de periode 2005 - 2020 wordt ruimschoots behaald. Tot verslagjaar 2017 werd de behaalde energie-efficiencyverbetering als gevolg van genomen energiebesparingsmaatregelen enkel gemonitord over de taak zuiveringsbeheer. Vanaf 2017 zijn ook de overige taken meegenomen in de MJA-monitoring. Niet van alle jaren tussen 2009 en 2014 zijn de verbruikscijfers beschikbaar van alle bedrijfsonderdelen. Om die reden zijn deze met behulp van indicatieve waarden bepaald om de energie-efficiency over het totale waterschap te kunnen vaststellen.
Onder energie-efficiëntie wordt zowel energiebesparing als de inzet van duurzame energie verstaan. In de periode 2009 - 2019 is een totale efficiencyverbetering behaald van 40,8%, overeenkomend met 3,7% per jaar. Daarvan is 1,9% per jaar behaald met proces- en ketenmaatregelen en 1,8% per jaar met de eigen opwekking van duurzame energie. De inkoop van duurzame energie is hierbij nog buiten beschouwing gelaten (een intensivering van gemiddeld 2,7% per jaar).
Conclusie: in het Klimaatakkoord Unie en Rijk 2010 - 2020 en het SER Energieakkoord is afgesproken om in 2020 40% zelfvoorzienend te zijn door eigen duurzame energieproductie. In 2019 was 40,3% van het energieverbruik in de sector afkomstig van zelf opgewekte duurzame energie.
De sector heeft deze doelstelling voor 2020 in 2019 al gehaald. In 2019 was de eigen duurzame energieproductie overeenkomstig met 40,3% van het totale energieverbruik. De sector is volop bezig met realisatie van en onderzoek naar kansen voor duurzame energieopwekking. De waterschappen investeren zelf in de productie van biogas door slibvergisting op de rioolwaterzuiveringsinstallaties, maar ook in energie uit wind, zon en aquathermie. Daarnaast zoeken de waterschappen ook de samenwerking met derden op, door bijvoorbeeld eigen terreinen ter beschikking te stellen aan derden voor plaatsing van zonnepanelen en windturbines. De opwekking van duurzame energie door het beschikbaar stellen van assets aan derden was in 2019 gelijk aan 5,3% van het energieverbruik van alle waterschappen.
De ambitie is om de CO2 -voetafdruk van 1990 in de periode tot 2020 met 30% te verminderen. Op basis van de energiegegevens blijkt dat de waterschappen in de periode 2005 - 2019 een vermindering van 58% (269 kiloton CO2) hebben gerealiseerd. De doelstelling van de waterschappen is gericht op een vermindering van de CO2-voetafdruk met 30% in de periode 1990-2020. Historische gegevens ontbreken om de reductie ten opzichte van 1990 vast te stellen.
Om die reden is in 2013 gekozen voor een pragmatische oplossing door deze doelstelling gelijk te stellen aan een reductie van 200 kiloton CO2-equivalenten, en deze enkel te relateren aan de CO2-voetafdruk. De waterschappen hebben in de periode 2005 - 2019 een vermindering van de CO2-voetafdruk van 58% (269 kiloton CO2) gerealiseerd. Dat komt voornamelijk door de productie van biogas en door de inkoop van groene stroom. De verhoging van de duurzame energieproductie zal in de komende jaren tot een verdere reductie leiden. De totale CO2-voetafdruk was in 2019 195 kiloton CO2. Dit komt overeen met een daling van 44% ten opzichte van het jaar 2018. De voetafdruk van 2019 komt overeen met de CO2-uitstoot van ruim 24 duizend huishoudens.
in het Klimaatakkoord Unie en Rijk 2010 - 2020 is afgesproken om in 2015 100% duurzaam in te kopen. De afspraak over duurzaam inkopen is in 2016 opgevolgd door het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI). Daarnaast hebben de waterschappen in 2017 ook de Green Deal Duurzaam GWW 2.0 getekend. Uit een onderzoek naar duurzaamheid in de praktijk dat in 2019 is uitgevoerd, is gebleken dat duurzaamheid eens steeds prominentere rol speelt binnen de afwegingen van de waterschappen. Bij bijna de helft van de waterschappen is de pilotfase van het toepassen van de Aanpak Duurzaam GWW voorbij en kan de opschaling duidelijk worden waargenomen.
De waterschappen hebben afgesproken om in 2015 100% duurzaam in te kopen. Deze ambitie hebben de waterschappen in 2015 nagenoeg gehaald (98%), met name door het groen inkopen van elektriciteit. In 2019 was het grootste deel van alle ingekochte elektriciteit ‘groene stroom’ (98,6%). Hiervan bestond nog slechts 4% uit duurzame elektriciteit afkomstig uit Scandinavië (opgewekt door waterkracht). Deze aterkracht-elektriciteit wordt als grijze energie gewaardeerd bij de berekening van de CO2-voetafdruk. De daling van de inkoop van Scandinavische energie heeft geleid tot een flinke daling in de berekende CO2-voetafdruk. Van alle ingekochte energiedragers is nu in totaal 95,1% van duurzame oorsprong.
Uit het onderzoek dat in 2019 is uitgevoerd, is gebleken dat duurzaamheid een steeds belangrijkere plaats krijgt binnen de afwegingen van de waterschappen. Bijna alle waterschappen (20) hebben (specifiek) duurzaamheidsbeleid vastgesteld in een separate nota (dus niet ‘alleen’ via een coalitieakkoord of Water Beheer Programma).
Met betrekking tot de aanbestedingen die het waterschap heeft gedaan in 2019 is gevraagd in hoeverre duurzaamheid als criterium is meegenomen. Het blijkt dat bijna driekwart (77%) van de waterschappen in 2019 duurzaamheidseisen heeft gesteld aan organisaties en aan producten en 86% heeft duurzaamheid daadwerkelijk als gunningscriterium meegenomen. De frequentie waarmee de waterschappen deze eisen hebben gesteld varieert echter sterk. Het gebruik van de verschillende instrumenten uit de aanpak Duurzaam GWW is duidelijk toegenomen sinds 2017.
In het Klimaatakkoord Unie en Rijk 2010 - 2020 is de ambitie opgenomen om de CO2-uitstoot van mobiliteit te reduceren. Dit geldt zowel voor dienstreizen als het woon-werkverkeer. De CO2-voetafdruk van de waterschappen bestaat voor 50% uit emissies ten gevolge van personenvervoer en vrachttransport. De absolute en relatieve CO2-uitstoot ten gevolge van vervoer is ten opzichte van de Klimaatmonitor 2018 toegenomen.
Op het gebied van vervoer is geen kwantitatieve doelstelling geformuleerd in het Klimaatakkoord Unie en Rijk 2010 – 2020. Wel is de ambitie opgenomen om de CO?-uitstoot uit dienstreizen en woon-werkverkeer te reduceren. Het aantal opgegeven kilometers woon-werkverkeer is tussen 2013 en 2019 gestegen met 42%. Naar verwachting hebben nieuwe cao-afspraken rond woon-werkverkeer en de fusies van de waterschappen, waardoor de woon-werkkilometers stegen, hier een invloed op gehad. Zowel de CO2-uitstoot ten gevolge van het brandstofverbruik van zakelijk verkeer gereden door het eigen wagenpark is met 2% gestegen ten opzichte van 2013 alsook de CO2-uitstoot door zakelijk verkeer met privéauto’s (3%).
De CO2-uitstoot door het gebruik van openbaar vervoer is ten opzichte van 2013 gedaald met 4%, terwijl het aantal kilometers met OV is gestegen met 4%. Het zakelijk vliegverkeer is sterk gestegen in de periode 2013-2019 van 1 miljoen kilometer naar 6 miljoen kilometer. Deels zal deze toename het resultaat zijn van een betere gegevensverzameling. Ook als we kijken naar de rapportage over verslagjaar 2018 en 2019 zien we een toename in afgelegde kilometers voor het personenvervoer. In totaal is er in 2019 6,8 miljoen kilometer meer afgelegd dan in 2018 (personenvervoer, openbaar vervoer en vliegverkeer). Hiermee is er een stijging van de jaarlijks afgelegde afstand van 23% in de periode 2013-2019.
18 november 2019: Uit de Klimaatmonitoring waterschappen 2018 blijkt dat de waterschappen goed op koers liggen met hun energie- en klimaatambities voor 2020. Bij de uitvoering van het Nationale Klimaatakkoord richting 2030, waarmee de waterschappen onlangs hebben ingestemd, wordt hierop voortgebouwd.
De Klimaatmonitor waterschappen brengt ieder jaar de voortgang van de geboekte resultaten voor klimaat en duurzaamheid in beeld. Dat gebeurt voor de hele sector en voor elk waterschap afzonderlijk.
De monitor is daarmee een goed sturingsinstrument voor projecten van de waterschappen op het gebied van CO2-reductie, energiebesparing en duurzame energie.
De doelstelling van het Meerjarenplan Energie-efficiency is om in de periode 2005 – 2020 jaarlijks gemiddeld 2 procent energie-efficiencyverbetering te realiseren. Deze doelstelling is nu al ruimschoots behaald. In de periode 2009 – 2018 is een energie-efficiencyverbetering gerealiseerd van gemiddeld 3,5 procent per jaar. Daarvan komt ongeveer de helft voor rekening van energiebesparing en duurzame inkoop. De andere helft is te danken aan het zelf opwekken van duurzame energie.
De Unie van Waterschappen en het Rijk hebben in 2010 afgesproken dat de waterschappen in 2020 voor minstens 40 procent zelfvoorzienend zijn door eigen duurzame energieproductie. In 2008 was dit percentage nog 20,2 procent. In 2018 is dit gestegen tot 36,2 procent. De verwachting is dat de sector in 2020 de afspraak van 40 procent gaat halen.
De ambitie is om de CO2-voetafdruk van 1990 in de periode tot en met 2020 met 30 procent te verminderen. Door de productie van biogas en door de inkoop van groene stroom is de berekende totale CO2-voetafdruk sinds 2005 met ongeveer 67 procent afgenomen. Hiermee is ook deze doelstelling ruimschoots gerealiseerd.
De waterschappen ondertekenden in 2016 het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI). Daarin staan de gezamenlijke ambities en afspraken op het gebied van MVI. Om de bedrijfsvoering verder te verduurzamen, hebben de waterschappen begin 2017 de Green Deal Duurzaam GWW 2.0 (Grond-, Weg-, en Waterbouw) ondertekend. Daarin staat de ambitie dat duurzaamheid in 2020 een integraal onderdeel is in alle infrastructurele projecten. Uit onderzoek in 2019 blijkt dat de grote meerderheid van de waterschappen duurzaamheid meeneemt als selectie- en gunningscriterium bij de aanbesteding van werken en diensten.
De waterschappen hebben op 11 oktober 2019 unaniem ingestemd met het Nationale Klimaatakkoord. Daarbij hebben de waterschappen aangegeven in 2025 100 procent energieneutraal te willen zijn. Niet alleen met eigen investeringen, maar ook met investeringen van derden op de terreinen van de waterschappen. De sector is volop bezig met realisatie van projecten en met verder onderzoek naar kansen voor duurzame energie opwekking binnen het waterbeheer. De Unie van Waterschappen denkt momenteel na over een aanpassing van de Klimaatmonitor Waterschappen (PDF), zodat een goede aansluiting kan worden gevonden met de monitoring van het Klimaatakkoord.
Zie ook: Klimaatmonitor Waterschappen 2016: Op Weg Naar Energieneutraal in 2025 – 32% in 2016 - Klimaatmonitor Waterschappen 2017: Waterschappen Op Weg Naar Energieneutraal In 2025 - Rijksbrede Inkoopstrategie Inkopen Met Impact: Inkoop Duurzaam, Sociaal En Innovatief