Climate Change And Land: Radicale Omslag In Menselijk Landgebruik Nodig by IPCC
Geschreven op 9-8-2019 - Erik van Erne. Geplaatst in KlimaatOm klimaatverandering te stoppen, de menselijke voedselvoorziening veilig te stellen en de resterende biodiversiteit te beschermen is een radicale omslag in menselijk landgebruik noodzakelijk.
Dat is de voornaamste conclusie van een nieuw rapport over de wisselwerking tussen klimaatverandering en menselijk landgebruik, dat donderdag in Genève is gepresenteerd door VN-klimaatorganisatie IPCC.
In het rapport Climate Change and Land wordt gewaarschuwd voor grote gevolgen voor de landbouw en de wereldwijde voedselvoorziening door onder andere toenemende verwoestijning. Klimaatverandering en onduurzaam landgebruik versterken elkaars effect en zorgen voor ‘degradatie’ van landbouwgronden, waardoor de gemiddelde voedselproductie per hectare dreigt af te nemen.
Intensief menselijk landgebruik is ook een groeiende aanjager van klimaatverandering. Dat landgebruik wordt voornamelijk aangedreven door de veranderende vraag naar voedsel. Zo leidt wereldwijd toenemende vleesconsumptie via een groeiende vraag naar veevoer tot grootschalige ontbossing. Die ontbossing is een belangrijke bron van CO2, net als drainage van veengebieden ten behoeve van landbouw.
Dit landgebruik is volgens cijfers uit het rapport verantwoordelijk voor 23 procent van de menselijke uitstoot van broeikasgassen. In combinatie met verdere uitstoot van de voedselproductie loopt dit aandeel op tot bijna een derde van de menselijke CO2-uitstoot. Volgens het IPCC is het daarom noodzakelijk om in de strijd tegen klimaatverandering niet alleen te kijken naar de uitstoot van vervoer, industrie en de energiesector, maar om er ook voor te zorgen dat het menselijk landgebruik duurzamer wordt.
Geen enkele maatregel is groot genoeg om het hele probleem aan te pakken, nuanceert de Zuid-Koreaanse IPCC-voorzitter Hoesung Lee tijdens de persconferentie in Genève: “aanpassing in landgebruik is onderdeel van de oplossing, maar landgebruik kan dit niet alleen oplossen.”
De auteurs van het rapport dragen een aantal belangrijke oplossingen aan, zoals het verkleinen van de totale voedselvraag door het volgen van een meer plantaardig dieet en het tegengaan van voedselverspilling. Een ander deel van de oplossing ligt in duurzamer bodemgebruik.. Bij overexploitatie kunnen landbouwgronden broeikasgassen als CO2, methaan en lachgas uitstoten, terwijl bij duurzaam bodemgebruik akkergronden juist netto broeikasgassen kunnen opnemen.
Gezonde bodems kunnen bovendien langer voedsel produceren, doordat uitputting wordt voorkomen. Het rapport beschrijft de huidige situatie als “een ongekende exploitatie” van de natuurlijke rijkdommen van de aarde. Doordat dit leidt tot ‘landdegradatie’ in agrarische gebieden zijn steeds grotere oppervlakten landbouwgrond nodig, om te voorzien in de stijgende voedselvraag. De mens heeft volgens het IPCC inmiddels 72 procent van het beschikbare landoppervlak op aarde intensief in gebruik. Een kwart van dat grondoppervlak is nu al gedegradeerd, waarschuwt IPCC-vicevoorzitter Valérie Masson-Delmotte.
Omdat deze landhonger leidt tot de vernietiging van resterende natuurgebieden is de omslag in landgebruik volgens het IPCC niet alleen noodzakelijk in de strijd tegen klimaatverandering, maar ook voor het behoud van de aardse biodiversiteit. Eerder dit jaar waarschuwde een ander VN-rapport dat wereldwijd inmiddels een miljoen soorten met uitsterven worden bedreigd. Toenemend menselijk landgebruik is daar volgens het rapport de voornaamste oorzaak van.
Een ander pijnpunt dat het nieuwe IPCC-rapport adresseert is de mogelijk sterk groeiende vraag naar landbouwgronden voor de productie van biobrandstoffen. Dit concurreert met de voedselvoorziening voor de groeiende wereldbevolking en vormt zo een extra drijvende kracht achter ontbossing en habitatvernietiging. Het is daarom zeer de vraag of met biobrandstoffen klimaat- en milieuwinst geboekt kan worden.
Rondom de lancering van het rapport is op het kantoor van de Wereld Meteorologische Organisatie in Genève een klimaatconferentie gaande. Landen met grote resterende bosoppervlakken, zoals Canada en Brazilië, pleiten er tijdens deze VN-gesprekken voor om biobrandstoffen een grotere rol te geven in internationaal klimaatbeleid. Landen die juist te maken hebben met droogte en verwoestijning zijn daar fel op tegen.
Andere plannen voor aanvullende aanpak van klimaatverandering pleiten juist voor grootschalige herbebossing op aarde. Ook daar is veel grond voor nodig: een miljard hectare, zo schreven Zwitsere onderzoekers vorige maand.
Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is in 1988 opgericht door de VN om alle beschikbare kennis over klimaatverandering samen te brengen en te presenteren aan onder anderen beleidsmakers. De VN-organisatie publiceert om de zes tot negen jaar een grote samenvatting van wetenschappelijke literatuur over klimaatverandering.
In totaal zijn inmiddels vijf van dergelijke zeer omvangrijke rapporten gepubliceerd, de laatste in 2013. In de tussentijd verschijnen kleinere rapporten over specifieke deelthema’s, zoals het donderdag verschenen rapport over klimaatverandering en landgebruik.
De officiële titel van het nieuwe rapport is het Special Report on Climate Change and Land (IPCC SRCCL)en heeft aparte delen over andere over verwoestijning, landdegradatie, duurzaam landgebruik, voedselzekerheid en de opname en uitstoot van broeikasgassen door ecosystemen op land. Meer dan honderd wetenschappers uit 52 landen hebben er twee jaar lang aan gewerkt.
Zie ook: Bomen Planten, Heel Veel Bomen: Plant 1.000.000.000.000 Bomen Tegen Klimaatverandering - Final Countdown: Multinationals Blijven Regenwouden Vernietigen Voor Palmolie by Greenpeace - IPBES Van De VN: Miljoen Plant- En Diersoorten Bedreigt Met Uitsterving Door Toedoen Mens
Erik van Erne zegt:
9 augustus 2019 om 19:52 | Permalink
Met slimme aanpassingen kan landbouwgrond juist veel CO2 opnemen
Ontbossing en intensief landgebruik zijn belangrijke oorzaken van klimaatverandering, blijkt uit het IPCC rapport Climate Change and Land. Daar valt wel wat aan te doen, zeggen de auteurs. Zoals een plantaardiger dieet en het aanpakken van voedselverspilling. En met slim bodembeheer kunnen landbouwgronden juist veel broeikasgassen opnemen, beamen Nederlandse onderzoekers en boeren.
Het rapport van het wetenschappelijk VN-klimaatpanel IPCC gaat over de interactie tussen klimaatverandering en menselijk landgebruik en laat zien hoe complex grote duurzaamheidsproblemen zijn.
Als klimaatverandering doorgaat, dreigt dit de menselijke voedselvoorziening ernstig in gevaar te brengen. Anderzijds is die voedselvoorziening zelf ook een belangrijke oorzaak van de klimaatverandering. Landbouwgronden kunnen in theorie echter veel CO2 vastleggen en zo dus klimaatverandering tegengaan.
Akkerbouwer Piet Hermus uit het West-Brabantse Zevenbergschen Hoek legt uit hoe je die theorie kunt vertalen. Bodemverbetering zit in heel praktische maatregelen en Nederlandse boeren kunnen op allerlei manieren extra CO2 vastleggen om uitstoot te voorkomen, vertelt hij.
Peulvruchten leggen onder de grond veel koolstof vast. Het gaat voor een deel om gewaskeuzes. Zo leggen bovengrondse gewassen zoals peulvruchten juist onder de grond veel koolstof vast.
Dat geldt ook voor groenbemesters die boeren soms inzetten als wisselgewas. “Dan moeten we dus wel flexibel kunnen wisselen in onze gewassen”, zegt Hermus. “En dat is niet altijd mogelijk.”
Hij voegt er ook aan toe dat vaste graslanden goede koolstofbinders kunnen zijn. “En al helemaal als er ook nog wat klaver in het mengsel zit”, vult Gerlinde De Deyn aan. Zij is hoogleraar bodemecologie van Wageningen University & Research en doet onderzoek naar de wisselwerking tussen de plantengroei, het bodemleven en de broeikasgasuitstoot.
“Klaver is een heel goede natuurlijke grondverbeteraar, omdat die via eigen wortelbacteriën stikstof uit de lucht kan binden. Want vastlegging van koolstof vergt óók vastlegging van stikstof, zowel in planten als in de bodem.”
Hermus beklemtoont ook het belang van het aanbrengen van organische stof, zoals compost, op de akkers. Zo kan mest gemengd worden met stro of kan stro gehakseld worden met andere gewasresten. Dat bevat allemaal koolstof, legt Hermus uit. Dat moet dus weer in de bodem belanden in plaats van weg te rotten, waarbij juist weer CO2 zou vrijkomen.
“En voor een goede koolstofopbouw en een gezonde bodem is het soms belangrijk om niet te ploegen of op een andere manier te ploegen”, zegt Hermus. “Bijvoorbeeld ondiep of zonder de grondlaag om te keren. Dan blijft de structuur behouden en daarmee ook veel bodemleven.”
Net als in natuurgebieden geldt ook voor landbouwgronden dat de CO2-opname en de CO2-uitstoot in evenwicht zouden moeten zijn. En om extra koolstof vast te leggen, moeten de opname en vastlegging dus groter zijn dan uitstoot.
De Deyn: “Het is eigenlijk heel simpel. Je kunt niet alleen maar oogsten. Je moet een bodem voeden om planten te voeden. Er moet evenveel koolstof in als uit. Of nog liever: meer.”
“Helaas ontbreekt die balans op veel plaatsen en dat komt eigenlijk doordat we ons zijn gaan focussen op wat er boven de grond speelt - de gewassen - en niet op wat er onder de grond speelt. Oftewel de bodem, waar de wortels zitten.”
Een bodem moet leven om te functioneren, zegt De Deyn. “Organische stof bevat alle elementen die nieuwe planten nodig hebben om weer te groeien. Maar die moeten dan eerst beschikbaar worden gemaakt door micro-organismen.”
Met industriële landbouw zijn we dat belang uit het oog verloren, omdat er gewoon kunstmest kon worden toegevoegd. Dat heeft niet alleen de koolstofcyclus verstoord, maar ook de stikstofcyclus. Dit zorgt ervoor dat veel landbouwbodems de stikstofverbinding lachgas (N2O) produceren, een zeer krachtig broeikasgas. Terwijl organismen in een gezonde bodem zulk lachgas ook weer kunnen omzetten naar puur stikstof (N2). Stikstof is juist geen broeikasgas.
In Nederland zijn de veenweidegebieden nog een heel concreet onderwerp. Dat zijn eigenlijk oude moerasgebieden, die kunstmatig worden drooggemaakt om landbouw te bedrijven. Dat leidt echter tot oxidatie van de bodem, waarbij veel CO2 vrijkomt. In het nieuwe IPCC-rapport wordt dit een mondiaal probleem genoemd. Het is maar de vraag of die vorm van landbouw wel echt houdbaar is, omdat de inklinking van die polders niet te stoppen is, zegt De Deyn.
Goed bodembeheer gaat ook zogeheten landdegradatie tegen. Dat is een belangrijk bijkomend voordeel, omdat de uitputting van landbouwgronden de voedselproductie remt. Dat verhoogt daarmee de druk om nieuwe akkers te maken in natuurgebieden, met ontbossing en dus extra CO2-uitstoot tot gevolg.
Volgens het nieuwe IPCC-rapport leven 500 miljoen mensen in gebieden waar sprake is van ernstige landdegradatie. En op veel plaatsen wordt deze landdegradatie volgens de VN-organisatie weer versterkt door de klimaatverandering. Zo leidt langdurige droogte tot bodemerosie en verwoestijning.
“Ook hier zijn landbouwbodems met extra koolstofopslag mogelijk een oplossing”, legt De Deyn uit. “Organische stof heeft een sponswerking. Bodems kunnen dan langer vochtig blijven tijdens droogte en zijn met diepere wortels ook beter bestand tegen erosie.”