Terugleversubsidieregeling Vervangt in 2023 Salderingsregeling Voor Duurzame Energie
Geschreven op 16-6-2018 - Erik van Erne. Geplaatst in Communicatie, Energie en Besparing9 december 2020: Minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat heeft het definitieve afbouwpad van de huidige salderingsregeling bekendgemaakt.
Eigenaren van zonnepanelen mogen vanaf 2023 elk jaar 9 procent minder en vanaf 2031 helemaal niet meer salderen.
Vanaf 2023 mag nog maar een percentage van de stroom die is teruggeleverd, in mindering worden gebracht op de verbruikte stroom. Dit percentage gaat elk jaar omlaag, maar daalt minder snel dan eerder werd verwacht. Tussen 2023 en 2031 daalt het percentage jaarlijks met 9 procent. In 2031 daalt het salderingspercentage van 28 naar 0 procent.
Het afbouwpad heeft geen effect op de stroom die je zelf opwekt en direct verbruikt. Daarvoor betaal je nog steeds geen energiebelasting en Opslag Duurzame Energie (ODE). De afbouw geldt alleen voor de elektriciteit die je zelf niet nodig hebt en teruglevert aan het net. Direct verbruik van de zelf opgewekte duurzame energie is dan ook nog altijd het meest rendabel.
Voor het deel van de stroom dat je zelf hebt opgewekt en vanaf 2023 niet meer mag salderen, ontvang je een terugleververgoeding. Minister Wiebes wil die vergoeding vanaf 2023 instellen op minimaal 80% van het leveringstarief, exclusief belastingen. Hij wil dit in de wet opnemen, zodat consumenten beter zijn beschermd. Momenteel is de hoogte en de berekening van de vergoeding namelijk niet in de wetgeving geregeld en bestaan er grote verschillen in de terugleververgoedingen van energieleveranciers.
“Het definitieve afbouwpad leidt tot een minder snelle afbouw dan het indicatieve afbouwpad dat in het concept wetsvoorstel uit 2019 was opgenomen. Zo pakt de energietransitie voor de belastingbetaler niet duurder uit dan nodig” Eric Wiebes, Minister Economische Zaken en Klimaat.
Met het minder snel aflopende definitieve afbouwpad wordt het effect van de afbouw op de terugverdientijd verzacht en blijft het binnen de budgettaire kaders van het regeerakkoord van oktober 2017. Zonnepaneelhouders kunnen hun zonnestroomsysteem momenteel in zeven jaar terugverdienen. Voor consumenten die na 2021 panelen aanschaffen, kan de terugverdientijd door de afbouw van de salderingsregeling oplopen tot ongeveer negen jaar.
28 april 2019: De salderingsregeling voor zonnepanelen wordt tot 1 januari 2023 ongewijzigd voortgezet. Dat hebben minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) en staatssecretaris Menno Snel (Financiën) besloten. Het blijft hierdoor financieel aantrekkelijk voor huishoudens en mkb-bedrijven om te investeren in zonnepanelen.
De salderingsregeling houdt in dat de stroom die je met zonnepanelen opwekt en teruglevert aan het net, wordt afgetrokken van je eigen energieverbruik.
Eigenaren van zonnepanelen kunnen drie jaar langer salderen dan was voorzien in het Regeerakkoord. Tot 1 januari 2023 verandert er niets voor wie al zonnepanelen heeft.
Per 1 januari 2023 wordt de salderingsregeling geleidelijk afgebouwd. Dat wil zeggen dat het voordeel dat huishoudens en bedrijven ontvangen op hun energiebelastingen – in ruil voor het terugleveren aan het net – elk jaar iets minder wordt. Uiteindelijk wordt dat voordeel 0 en ontvang je alleen een vergoeding van de energieleverancier voor de teruggeleverde zonnestroom. Dat zal in 2031 het geval zijn. Omdat zonnepanelen steeds goedkoper worden, zal het op de lange termijn ook zonder subsidie financieel interessant zijn om zonnepanelen te installeren. Vanaf 2023 zal ieder huishouden en bedrijf met zonnepanelen automatisch meegaan met de afbouw van salderen, zonder daar iets voor te hoeven doen.
Voor huishoudens die al zonnepanelen hebben of deze kabinetsperiode nog investeren in zonnepanelen, wordt met deze geleidelijke afbouw van salderen een gemiddelde terugverdientijd van circa 7 jaar verwacht. Wie wil investeren in zonnepanelen, maar dat niet in één keer kan doen, kan daarbij gebruik maken van het al bestaande Nationaal Energiebespaarfonds, waarbij tegen lage rente geld geleend kan worden.
Voor het geleidelijk afbouwen van salderen tot 2031 is het noodzakelijk voor de Belastingdienst dat huishoudens en bedrijven beschikken over een meter die levering en teruglevering afzonderlijk kan meten, oftewel een meter met minimaal een dubbel telwerk. Dat kan bijvoorbeeld een slimme meter zijn, maar dat hoeft niet per se. Vanaf 1 januari 2023 is het verplicht om zo’n meter met een dubbel telwerk in huis te hebben. De meters zullen voor die datum worden aangeboden door de netbeheerders. Vanaf 2023 kan dan de geleidelijke afbouw van de salderingsregeling starten.
7 september 2018: Minister Eric Wiebes van economische zaken krijgt de nieuwe terugleversubsidieregeling, die in de plaats moet komen voor de salderingsregeling voor duurzame energie, niet op tijd klaar. Dat bleek bij behandeling van het onderwerp in de Tweede kamer.
In juni kondigde minister Wiebes de opvolger aan voor de salderingsregeling voor zelf opgewekte zonne-energie. Dat zou een terugleversubsidie moeten worden met een verlaging van de energiebelasting. Maar die regeling blijkt nu zo ingewikkeld te worden, dat deze niet op tijd klaar is. Als gevolg blijft de salderingsregeling nog een jaar langer gehandhaafd.
De terugleversubsidie is een vergoeding voor de stroom die aan het elektriciteitsnet is teruggeleverd. De opgewekte stroom zelf verbruiken blijft aantrekkelijk, omdat huishoudens en bedrijven hierover ook na 2020 geen energiebelasting en geen ODE betalen. In 2020 zou de regeling de huidige salderingsregeling, waarbij jaarlijks van tevoren een subsidieplafond wordt vastgesteld, vervangen. Dat wordt nu dus in 2021. Voor gebruikers van de salderingsregeling komt er een soepele overgang.
Omdat de terugleversubsidie is bedoeld om opwekkers van duurzame energie optimaal te faciliteren, komt er één loket bij RVO waar huishoudens en bedrijven de terugleversubsidie kunnen aanvragen. Hoe de hoeveelheid teruggeleverde stroom gemeten wordt, en welke rol de slimme meter hierin heeft, wordt nog bekeken.
16 juni 2018: Minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat werkt aan een nieuwe subsidieregeling voor huishoudens en bedrijven die zelf duurzame elektriciteit opwekken. De nieuwe regeling richt zich behalve op de stimulering van zonne-energie, ook op andere hernieuwbare energiebronnen zoals windenergie. Het uitgangspunt bij de nieuwe regeling is een gemiddelde terugverdientijd van circa zeven jaar.
De terugleversubsidie is een vergoeding voor de stroom die aan het elektriciteitsnet is teruggeleverd. De opgewekte stroom zelf verbruiken blijft aantrekkelijk, omdat huishoudens en bedrijven hierover ook na 2020 geen energiebelasting en geen ODE betalen. In 2020 vervangt de terugleversubsidieregeling de huidige salderingsregeling, waarbij jaarlijks van tevoren een subsidieplafond wordt vastgesteld. Voor gebruikers van de salderingsregeling komt er een soepele overgang.
Minister Eric Wiebes onderzoekt nog of ook grotere gebouwen, zoals scholen en kantoren, in de regeling kunnen worden opgenomen. Deze gebouwen verschillen in de omvang van hun opweksystemen, maar ook in hun energie-verbruikstarieven. De minister kijkt hoe de regeling deze groep goed kan bedienen zonder dat de regeling te ingewikkeld wordt. Verder onderzoekt hij of de Postcoderoosregeling voor ondersteuning van energiecoöperaties kan overgaan in een terugleversubsidie.
Minister Eric Wiebes schrijft in de kamerbrief te verwachten dat er naar verwachting in 2030 meer dan 6 gigawattpiek aan zonnepanelen bij huishoudens zal worden gerealiseerd. Dat betekent dat volgens de minister te zijner tijd zo’n 1,5 tot 2 miljoen huishoudens zelf elektriciteit opwekken met behulp van zonnepanelen.
Wiebes meldt dat er drie overwegingen zijn waarom hij de voorkeur geeft aan een terugleversubsidie boven een investeringssubsidie. De terugleversubsidie geeft de beste stimulans om te zorgen dat de zonnepanelen optimaal (blijven) produceren.
In tegenstelling tot een investeringssubsidie kan bij een terugleversubsidie een soepele overgang worden vormgegeven voor burgers en bedrijven die al geïnvesteerd hebben in zonnepanelen. De investeringskosten voor zonnepanelen waren in het verleden aanzienlijk hoger dan nu. Daardoor zijn sommige bestaande productie-installaties nog niet terugverdiend.
Uit gesprekken met partijen en 2 brede stakeholdersbijeenkomsten blijkt dat de terugleversubsidie het grootste draagvlak geniet bij de betrokken partijen waaronder de Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie (NVDE), Holland Solar, de Consumentenbond en Vereniging Eigen Huis onder andere omdat deze variant zorgt voor een geleidelijke overgang vanuit salderen en de vermeende nadelige effecten van een investeringssubsidie op de markt zoals stop-en-go-effecten beter kunnen worden voorkomen.
Omdat de terugleversubsidie is bedoeld om opwekkers van duurzame energie optimaal te faciliteren, komt er één loket bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) waar kleinverbruikers (huishoudens en bedrijven) een beschikking voor een terugleversubsidie kunnen aanvragen. De uitbetaling van de terugleversubsidie vindt plaats door de energieleveranciers via de energienota om de verrekening zo eenvoudig mogelijk te maken voor consumenten. Hoe de hoeveelheid teruggeleverde stroom gemeten wordt, en welke rol de slimme meter hierin heeft, wordt nog bekeken. De minister wil het voorstel voor de nieuwe terugleversubsidie deze zomer gereed hebben.
De belangrijkste punten nog even op een rij:
De nieuwe subsidieregeling start in 2020 en zal jaarlijks worden opengesteld voor nieuwe aanvragen zolang de terugverdientijd voor zonnepanelen zonder stimulering nog ruim boven de 7 jaar ligt. De subsidieregeling staat open voor burgers en bedrijven met een kleinverbruikersaansluiting die zelf geproduceerde hernieuwbare elektriciteit invoeden op het elektriciteitsnet. De regeling geldt dus ook voor andere hernieuwbare energiebronnen dan zonne-energie, bijvoorbeeld windenergie.
De terugleversubsidie geldt vanaf 2020 ook voor burgers en bedrijven die al geïnvesteerd hebben in zonnepanelen en nu gebruikmaken van de salderingsregeling. Voor deze groep kan een soepele overgang worden vormgegeven. De terugleversubsidie geldt uitsluitend voor de op het elektriciteitsnet ingevoerde hernieuwbare elektriciteit en dus niet op het directe eigen verbruik achter de aansluiting. Over de zelf opgewekte hernieuwbare elektriciteit die burgers en bedrijven zelf direct verbruiken of opslaan achter de aansluiting, betalen kleinverbruikers ook na 2020 geen energiebelasting en ODE.
Bij het vaststellen van de hoogte van de subsidie wordt uitgegaan van een terugverdientijd van gemiddeld circa 7 jaar voor een representatieve referentiecasus en de meest kostenefficiënte zonnepanelen die op de markt verkrijgbaar zijn. Het kabinet stelt de hoogte van de subsidie vast na consultatie met de markt.
Jaarlijks wordt van tevoren een subsidieplafond vastgesteld en van dekking voorzien binnen de begroting van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Hierbij wil het kabinet de regeling kosteneffectief inrichten om overstimulering te voorkomen.
Zie ook: Minister Eric Wiebes: 12 Miljard Euro Voor SDE+ Subsidieregeling in 2018 - De Subsidieregeling Energiebesparing en Duurzame Energie Sportaccommodaties - Subsidie voor Consumenten: Zonneboilers, Zonnecollectoren, Warmtepompen en Biomassaketels - Subsidie Energiebesparing Eigen Huis Voor Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) – Grootschalige Verduurzaming VvE-Appartementen: Een Nieuw Financieringsmodel
M.Vogelezang zegt:
17 juni 2018 om 12:23 | Permalink
Ik hoop dat er ook wordt gewerkt aan actuele waardering van elektrische energie naar tijdstip van de levering.
Ofwel met een wisselende vergoeding [prijs] van geleverde energie [kWh] in een kleinere tijdseenheid .
In perioden met veel zonneschijn en wind is de teruglevering meer een gezamenlijke last dan een bijdrage aan een maatschappelijk verantwoord netwerk.
Voorstel terugleveren alleen met een superslimme meter die de kwartierprijs aangeeft of terugkoppelt.
De terugleverancier kan dan kiezen of hij levert of zelf gaat gebruiken / opslaan.
Erik van Erne zegt:
17 juni 2018 om 14:20 | Permalink
@M. Vogelezang
Geen idee of dat ook in definitieve terugleversubsidieregeling gaat komen. Lijkt mij nogal gecompliceerd.
Henk daalder zegt:
17 juni 2018 om 20:01 | Permalink
De VVD wil alle huishoudens naar de bedrijfssubsidie hufters van RVO jagen, terwijl salderen automatisch werkt, echt kosteneffectief. Zonder subsidie, want salderen is vrij verkeer op de openbare weg voor stroom, geen subsidie.
De VVD als sinterklaas voor bedrijven en extra ambtenaren banen.
Natuurlijk stopt de subsidie na 7 jaar.
Waarna je je eigen gratis stroom moet terug kopen van het energiebedrijf van de familie Wiebes
Erik van Erne zegt:
18 juni 2018 om 13:25 | Permalink
@Henk,
Ben zeker geen ecpert maar had al het vermoeden dat de oude regeling beter was dan de nieuwe. En inderdaad vrij onlogisch om consumenten nu net als ondernemers naar de RVO te sturen. Die club heeft al veel te veel macht en dat wordt alleen maar groter.
Erik van Erne zegt:
18 juni 2018 om 17:30 | Permalink
Rapport Evaluatie Postcoderoosregeling
De regeling verlaagd tarief, ofwel de postcoderoosregeling, is in het najaar van 2017 geëvalueerd door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Afgelopen 15 juni 2018 is het evaluatierapport (PDF) naar de Tweede Kamer gestuurd.
In de begeleidende brief (DOCX) legt minister Eric Wiebes uit wat hij van plan is met de regeling. Hij wil deze behouden in de huidige vorm tot 2020. Doel is deze daarna op te nemen in de aankomende terugleversubsidie. Wiebes geeft aan dat hij deze samen met betrokken partijen verder wil uitwerken. Er wordt onderzocht hoe projecten van energiecoöperaties hierin opgenomen kunnen worden.