Shell Bouwt Nieuwe Fabriek In Pernis Voor Productie Biobrandstoffen
Geschreven op 16-9-2021 - Erik van Erne. Geplaatst in Energie en BesparingShell gaat een grote fabriek voor biobrandstoffen bouwen op het terrein van zijn raffinaderij in Pernis.
De fabriek in de Rotterdamse haven gaat 820.000 ton biobrandstoffen per jaar produceren, zoals duurzame vliegtuigbrandstof en biodiesel.
Shell wil tegen 2030 de hoeveelheid fossiele brandstoffen die het bedrijf produceert met ruim de helft hebben teruggebracht. Daarvoor in de plaats moeten schonere brandstoffen komen, zoals biobrandstoffen en waterstof. Om dat voor elkaar te krijgen bouwt het olie- en gasconcern zijn raffinaderijen om. De biobrandstoffabriek in Pernis moet in 2024 de eerste schonere brandstoffen produceren.
De biodiesel gaat Shell maken uit gebruikte kookolie, dierlijk vet en andere afvalstromen uit de industrie en landbouw. Dat kan eventueel worden aangevuld met koolzaadolie. Shell belooft voor zijn biobrandstoffen geen palmolie te gebruiken.
Het bedrijf verwacht dat 55 procent van de capaciteit zal worden gebruikt voor duurzame luchtvaartbrandstof en de rest voor biodiesel. Dat kan Shell nog aanpassen als de marktvraag anders is.
Shell is al een tijdje bezig met de omvorming van de raffinaderij in Pernis. Zo bouwt het bedrijf ook een waterstoffabriek in de Rotterdamse haven en werkt het aan de afvang en opslag van CO2 die wordt uitgestoten bij de productie van brandstoffen en chemicaliën.
Biobrandstoffen kunnen de komende decennia een waardevolle rol spelen bij het verlagen van de CO2-uitstoot van de transportsector. Daarom investeert Shell in Pernis in een fabriek waar we duurzame vliegtuigbrandstof en hernieuwbare diesel produceren uit afval. Denk daarbij aan frituurvet en plantenresten.
Omdat biobrandstoffen gemengd kunnen worden met bestaande brandstoffen, kunnen ze worden gebruikt in de voertuigen van vandaag en in de bestaande infrastructuur. Ze bieden daarom een praktische en goedkope oplossing om de uitstoot van transport te verminderen. Ze zijn vooral belangrijk voor de luchtvaart, de zeevaart en het zware wegvervoer, waar vloeibare brandstoffen nog lang nodig zullen blijven.
Shell blijft zich inzetten voor oplossingen die leiden tot schonere energie. Met onze investeringen in strategisch gekozen raffinaderijen zoals Pernis willen we de uitstoot in elke stap van het productieproces verminderen. De transformatie van Shell Pernis naar het toekomstige Energy & Chemicals Park Rotterdam betekent dan ook dat we de productie van traditionele brandstof gaan verminderen en dat de productie van koolstofarme biobrandstoffen geleidelijk zal toenemen.
Op weg naar ons doel om in 2050 een producent te zijn met netto nul uitstoot, richt Shell zich, naast de verbetering van de energie-efficiëntie van onze fabrieken, op specifieke projecten. Zoals het Porthos project waarbij biogene CO2 van de biobrandstoffenfabriek wordt afgevangen en ondergronds kan worden opgeslagen. Of het CrossWind-project aan de Hollandse kust waar Shell met behulp van windenergie groene waterstof wil produceren voor de elektrolyser die Shell wil gaan bouwen op de Maasvlakte. Ook leveren we restwarmte aan Rotterdamse huishoudens. Allemaal stappen op weg naar ons doel om tegen 2050 een CO?-neutrale producent te zijn van hoogwaardige brandstoffen. Lees hier meer over onze toekomstplannen.
Shell Pernis is de grootste raffinaderij van Europa en één van de grootste raffinaderijen ter wereld. Het bedrijfsterrein biedt naast olieverwerkende fabrieken huisvesting aan chemische fabrieken van Shell en van andere bedrijven.
Biobrandstoffen vormen een hernieuwbare energiebron, gemaakt van organisch materiaal of afval, die een waardevolle rol kunnen spelen bij het verminderen van de uitstoot van CO2. Biobrandstoffen zijn een van de grootste bronnen van hernieuwbare energie die momenteel in gebruik zijn.
Biobrandstoffen kunnen de komende decennia een waardevolle rol spelen bij het verlagen van de CO2-uitstoot van de transportsector. Daarom investeert Shell in Pernis in een fabriek waar we duurzame vliegtuigbrandstof en hernieuwbare diesel produceren uit afval. Denk daarbij aan frituurvet en plantenresten.
In de transportsector worden biobrandstoffen gemengd met bestaande brandstoffen zoals benzine en diesel. In de toekomst kunnen ze bijzonder belangrijk zijn om de koolstofintensiteit in de luchtvaart-, zee- en zware wegvervoersectoren te verminderen. Biobrandstoffen kunnen worden geproduceerd uit organisch materiaal (biomassa) zoals maïs, suiker, plantaardige oliën of afvalgrondstoffen. Biobrandstoffen zijn een van de grootste bronnen van hernieuwbare energie die momenteel in gebruik zijn. Omdat ze minder CO2 uitstoten dan conventionele brandstoffen, kunnen ze worden gemengd met bestaande brandstoffen als een effectieve manier om de CO2-uitstoot in de transportsector te verminderen.
Het gebruik van biobrandstoffen is de afgelopen tien jaar toegenomen, grotendeels door de invoering van een nieuw energiebeleid in Europa, de VS en Brazilië, dat vraagt om meer hernieuwbare, koolstofarme brandstoffen voor vervoer. Dit is van cruciaal belang omdat vervoer goed is voor meer dan een kwart van het energieverbruik in de wereld en een vijfde van de energiegerelateerde CO2-uitstoot. Elektrificatie van het wegvervoer, gedreven door innovaties op het gebied van EV’s en waterstof, zal de vermindering van de CO2-uitstoot van het wegvervoer alleen maar blijven versnellen. Koolstofarme brandstoffen zullen echter nodig zijn om langere reizen over de weg, over zee en door de lucht de komende decennia CO2-vrij te maken.