Regeerakkoord Vlaanderen: Vlaanderen Gaat Voor 6,7 GigaWatt Zonnepanelen In 2030
Geschreven op 9-10-2019 - Erik van Erne. Geplaatst in Energie en BesparingUpdate 12 augustus 2021: De verkoop van zonnepanelen bij consumenten is in Vlaanderen in de eerste helft van 2021 met 64 procent gedaald van 140,69 tot 51,00 megawatt.
De totale verkopen werden gehalveerd van 165,28 tot 83,36 megawatt.
De Vlaamse zonne-energiesector luidde enkele maanden geleden al de noodklok na een dramatische keldering van de verkopen, nadat het Grondwettelijk Hof in een uitspraak het recht voor Vlaamse eigenaren van zonnepanelen vernietigde om 15 jaar het voordeel van de terugdraaiende teller te behouden. ?
Sinds 1 januari 2021 kent Vlaanderen een nieuwe investeringspremie voor de installatie van zonnepanelen bij particulieren. De invoering van de nieuwe investeringspremie hangt samen met het verdwijnen van de terugdraaiende teller en de invoering van de digitale meter.
De maximale subsidie bedraagt dit jaar 1.500 euro. Het premiebedrag wordt jaarlijks aangepast aan de dalende investeringskosten om oversubsidiëring te vermijden. De premie is bovendien begrensd tot 40 procent van de investeringskosten.
Nieuwe installaties moeten verschillende stappen doorlopen. Hierdoor worden ze in vele gevallen pas enkele maanden na indienstname door de netbeheerders geregistreerd. Data van het recentste kwartaal zijn dus per definitie onvolledig en volgens het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) een onderschatting van de werkelijkheid. Zo is het in 2020 geïnstalleerde vermogen in de nieuwste update met bijna 12 megawatt verhoogd. Ook het in de eerste helft van 2021 geïnstalleerde vermogen zal vermoedelijk nog naar boven worden bijgesteld.
9 oktober 2019: ‘Vlaanderen levert zijn bijdrage aan de Europese hernieuwbare-energiedoelstelling: dankzij de inspanningen van de voorbije jaren staan we aan de top qua zonnepanelen en windturbines per vierkante kilometer’, opent de passage over hernieuwbare energie in het Vlaamse regeerakkoord 2019-2024.
‘Tegen 2030 verhogen we de hernieuwbare-energieproductie fors met een verhoging van de geïnstalleerde capaciteit voor wind tot 2,5 gigawatt en voor zon tot 6,7 gigawattpiek.
Deze groei en de verdere afbouw van het certificatenoverschot realiseren we zonder dat de elektriciteitsfactuur hierdoor toeneemt. Daarom hervormen we het certificatensysteem voor groene stroom en warmtekrachtkoppeling naar een kostenefficiënter systeem.’
Elke oversubsidiëring moet vermeden worden: ‘We evalueren het gegarandeerd rendement op eigen vermogen in functie van het specifieke risicoprofiel van een hernieuwbaar-energieproject en warmte-krachtkoppeling(wkk-)projecten en beperken dit. We faseren de certificatensteun voor nieuwe of vernieuwde hernieuwbare-energieprojecten uit tegen 2025 via een geleidelijke reductie van de maximale toegekende steun. We breiden het bestaande aanbestedingsysteem van investeringssteun met vastgelegde jaarlijkse budgetten voor kleine en middelgrote windturbines uit naar middelgrote pv-projecten vanaf 2021 zodat de meest kostenefficiënte projecten uitgevoerd worden. Het aanbestedingsysteem wordt gefinancierd vanuit het Energiefonds.
Voor nieuwe wind- en zonprojecten werkt de regering vanaf 2021 net als voor biomassa en biogas niet enkel met een ondersteuningsduur maar ook met een maximaal ondersteuningsvolume. Gezien de schaarse open ruimte in Vlaanderen wordt enkel steun verleend aan pv-projecten boven de 10 kilowattpiek op gebouwen of marginale gronden, zoals bermen, met een minimaal lokaal gebruik van 50 procent. Zie ook: regeerakkoord van de Vlaamse Regering 2019-2024.