Het Energieakkoord Voor Duurzame Groei: Slechts 14% Duurzame Energie in 2020 en 16% in 2023
Geschreven op 28-8-2013 - Erik van Erne. Geplaatst in Energie en Besparing13 februari 2019: De kosten van het in 2013 gesloten Energieakkoord zijn ruim twee keer zo hoog als de regering toen verwachtte.
Dat zegt de Stichting Milieu, Wetenschap & Beleid in het rapport Kosten van het Energieakkoord (PDF) dat is gepresenteerd aan oud-VVD-leider en oud-minister Bolkestein.
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) hebben kritiek op het onderzoek.
In het rapport Kosten van het Energieakkoord laten de opstellers alleen de opgetelde kosten zien en laten ze de opbrengsten buiten beschouwing. Dit zegt het ministerie van EZK in een reactie op de publicatie.
In de berekening van de auteurs wordt elke euro die in 35 jaar aan de energietransitie wordt uitgegeven bij elkaar opgeteld. Daarmee lopen kosten en investeringen door elkaar. Het gaat daarmee voorbij aan het feit dat het overgrote deel van de bedragen die worden uitgegeven om investeringen gaat. Die leveren baten op in de vorm van bijvoorbeeld, lagere brandstofkosten, nieuwe verdienmodellen en banen. Met andere woorden: het rapport kijkt wel naar de extra kosten en investeringen, maar laat de opbrengsten en besparingen buiten beschouwing. Daarmee geeft het rapport geen indruk van de totale financiële betekenis van het Energieakkoord voor de Nederlandse samenleving, stelt het ministerie.
Het bedrag van 13 tot 18 miljard euro dat het ministerie van Economische Zaken in 2013 vermeldde bij de presentatie van het Energieakkoord betreft een raming van PBL en ECN van de bruto-investeringen van particulieren en bedrijven in het Energieakkoord, in de periode van 2013-2020.
De Algemene Rekenkamer heeft gekeken naar de bedragen die de overheid reserveert om onrendabele kosten bij de energietransitie te financieren. De Rekenkamer schatte de reservering voor een periode van 25 jaar (2013 tot 2038) in op 72 miljard. Of dat geld echt wordt uitgegeven hangt af van de energieprijs, aldus EZK. Bij Wind-op zee is bijvoorbeeld de afgelopen jaren minder subsidie nodig geweest dan werd aangenomen bij de start van het Energieakkoord.
Het jaartal van 2038 hangt aan de looptijd van de SDE-verplichtingen. Bijdrage hieruit om onrendabele toppen af te dekken lopen maximaal 15 jaar. In 2023 wordt onder het Energieakkoord de laatste verplichting aan gegaan.
Het Energieakkoord is een eerste stap in de energietransitie. Het krijgt een vervolg in het Klimaatakkoord. Over de kosten voor de samenleving zal in de doorrekening van het ontwerp-Klimaatakkoord gerapporteerd worden. Bij die doorrekening kijkt PBL expliciet naar de jaarlijkse kosten voor de samenleving van de maatregelen. Dat is de meest betrouwbare indicator van wat het akkoord, alles meewegend, in financiële zin kost, laat het ministerie weten.
2 februari 2019: De Sociaal Economische Raad (SER) heeft een voortgangsrapport gepubliceerd over het Energieakkoord. Vijf jaar na de ondertekening gaat het akkoord een nieuwe fase in.
Naar verwachting wordt het in 2019 een integraal onderdeel van het Klimaatakkoord. Het afgelopen jaar kenmerkte zich dan ook door intensief overleg voor deze nieuwe fase waarin energiebeleid opgaat in klimaatbeleid.
De uitvoering van de afspraken stond niet stil. Drie van de vijf hoofddoelen worden gehaald. Dat zijn de jaarlijkse besparing van 1,5 procent op het finale energieverbruik, 16 procent hernieuwbare energie in 2023 en gemiddeld 15.000 voltijdsbanen extra per jaar.
De twee andere doelen blijken lastiger te realiseren. Dan gaat het om een extra energiebesparing van 100 petajoule en de 14 procent hernieuwbare energie in 2020.
Volgens de laatste inzichten komt de energiebesparing op 81 petajoule uit, met een bandbreedte waarbij het mogelijk is het doel te halen. Hernieuwbare energie komt op 12,5 procent uit. “De actuele cijfers laten zien dat van alle partijen onverkort inspanningen nodig blijven om de doelen te halen. Voor energiebesparing moet een aantal maatregelen dat al genomen is nog in werking treden. De mogelijkheden voor nieuwe afspraken om het doel van 14 procent hernieuwbaar te halen zijn beperkt. Toch zal ik met alle partijen kijken welke voortgang we nog kunnen boeken”, aldus Ed Nijpels, voorzitter van de Borgingscommissie van het Energieakkoord.
De productie van hernieuwbare energie is blijven groeien, maar door economische groei is er in relatieve zin sprake van een achteruitgang. Daarnaast zijn het vaak grote complexe projecten, met lange voorbereidingstijden, waar grote investeringen voor nodig zijn. Dat leidt soms tot vertragingen.
Terugkijkend naar vijf jaar borging ontstaat er een gevarieerd beeld. Een aantal afspraken liep vanaf het begin heel soepel. Dat slaat bijvoorbeeld op de versnelling om wind op zee voor elkaar te krijgen. Sommige afspraken kwamen met vertraging op gang. Daar was eerst tijd nodig om te investeren in samenwerking en vertrouwen. Dit speelde vooral bij betere afspraken voor wind op land en de energie-intensieve industrie. Soms ging het moeilijk, zoals bij de naleving van de Wet milieubeheer. Pas met aanvullend beleid kwam dit echt op gang. Er mislukten ook een paar afspraken. Een demoproject om CO2 op te slaan ging niet door en het aantal nul-op-de-meter woningen bleef ver achter bij de ambities.
14 februari 2018: Alle doelen van het Energieakkoord komen binnen bereik dankzij een nieuw maatregelenpakket. Het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en de overheid hebben extra maatregelen afgesproken om de doelen voor hernieuwbare energie, energiebesparing en werkgelegenheid in 2020 te kunnen halen.
Eind 2017 bleek al dat de andere doelen uit het Energieakkoord (energiebesparingstempo en hernieuwbare energie in 2023) ruimschoots op schema liggen. Door het nieuwe maatregelenpakket hebben de partijen er vertrouwen in dat, met maximale inzet van alle betrokken partijen, de doelen gehaald kunnen worden. Dit staat in de Uitvoeringsagenda 2018 van de Borgingscommissie, die minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
In 2023 zal het aandeel hernieuwbare energie naar verwachting toenemen tot 17,3 procent, waarmee het doel van 16 procent ruimschoots gehaald wordt. Het tussendoel van 14 procent in 2020 bleef in de laatste prognoses echter steken op 13 procent. Om het doel van 14 procent te halen, is het vooral belangrijk dat in 2020 6.000 MW wind op land wordt gerealiseerd, zoals de provincies met het Rijk hebben afgesproken. Afgesproken is dat partijen nog actiever met elkaar gaan werken aan het wegnemen van belemmeringen bij concrete projecten.
Behalve de versnelling van wind op land, is nog een aantal andere maatregelen afgesproken. Zo starten pilotprojecten voor ultradiepe geothermie en gaat het kabinet grond van de Rijksoverheid inzetten voor het opwekken van duurzame energie. Ook de aanpassingen die gedaan zijn in de SDE+ regeling leiden tot extra hernieuwbare energieproductie.
Het afgelopen jaar zijn goede vorderingen gemaakt in energiebesparing in onder meer de energie-intensieve industrie en in de gebouwde omgeving. De energiebesparing door de Wet Milieubeheer valt echter nog tegen. Deze wet verplicht bedrijven besparingsmaatregelen te nemen als die zich binnen vijf jaar terugverdienen. De wet is onduidelijk voor bedrijven en voor inspecteurs lastig te handhaven. Daarom komt er een betere uitleg over de maatregelen en wordt handhaving gemakkelijker doordat bedrijven voortaan moeten melden welke maatregelen zij hebben genomen. Deze informatieplicht helpt inspecteurs om bedrijven die achterblijven gericht te controleren. Hoewel dit formeel pas in 2019 ingaat, is met het bedrijfsleven en gemeenten afgesproken nu al op deze manier te gaan werken. Hier wordt 3 miljoen voor vrijgemaakt.
Behalve het verbeteren van de Wet Milieubeheer, is nog een aantal andere maatregelen afgesproken. Zo komt het ministerie van BZK dit voorjaar met een aanpak voor energiebesparing in maatschappelijk vastgoed, zoals scholen en ziekenhuizen, en ontwikkelt het ministerie van LNV maatregelen voor extra energiebesparing in de glastuinbouw.
Nu met de extra maatregelen alle doelen binnen bereik komen, kan ook het werkgelegenheidsdoel gehaald worden. In tegenstelling tot de situatie in 2013 toen het Energieakkoord werd gesloten, is op dit moment het creëren van banen niet de grootste uitdaging, maar de beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel voor bedrijven. Dit speelt bijvoorbeeld in de installatiebranche. Daarom is minister Wiebes samen met de installatiebranche en de hernieuwbare energiesector in gesprek over het sluiten van een Green Deal om meer installateurs op te leiden om kleinschalige hernieuwbare warmte-opties te kunnen plaatsen.
Zie ook: Uitvoeringsagenda Energieakkoord Voor Duurzame Groei 2018: 6 of 7 Zonneparken by Het Rijk - Energiebesparing in de Nieuwbouw: Het Lente-Akkoord voor Energiezuinige Nieuwbouw – Energieakkoord Niet voldoende Blijkt uit Nationale Energieverkenning 2017 – Het Energieakkoord Voor Duurzame Groei: Slechts 14% Duurzame Energie in 2020 En 16% in 2023 – Regeerakkoord Vertrouwen in de Toekomst: Klimaat- en Energieparagraaf by NVDE - Minder Windmolens op Land Dan Gepland in Energieakkoord 2013: 6.000 MW Wordt Niet Gehaald - Subsidie Stimuleringsregeling Energieprestatie Huursector (STEP) Volledig Aangevraagd
9 december 2017: van Economische Zaken en Klimaat Eric Wiebes wil volgend jaar zomer met het bedrijfsleven en milieuorganisaties al tot de hoofdlijnen van een klimaat- en energieakkoord komen. Behalve de sluiting van de kolencentrales en het terugdringen van de uitstoot van broeikasgas met 49 procent is alles bespreekbaar.
19 oktober 2017: De hernieuwbare energieopwekking in Nederland gaat sneller groeien, de energiebesparing neemt toe en het energieverbruik neemt af. De uitstoot van broeikasgassen daalt tot 2030 substantieel. De werkgelegenheid in duurzame energieactiviteiten neemt toe. Op decentraal niveau werken gemeenten en provincies steeds meer samen aan plannen voor de energietransitie.
De praktijk blijkt desalniettemin weerbarstig want verschillende doelen voor energie en klimaat worden in 2020 niet gehaald. Ook is duidelijk dat de ontwikkelingen in de Nederlandse energiesector en haar uitstoot lastig te sturen zijn omdat de sector onlosmakelijk is verbonden met het buitenland. De horden op weg naar 2020 en naar een duurzame energievoorziening op termijn vragen de komende periode om heldere beleidskeuzes.
Dit zijn de belangrijkste conclusies en observaties uit de nieuwe Nationale Energieverkenning (NEV). Dit rapport, opgesteld door ECN, Planbureau voor de Leefomgeving en het CBS, geeft jaarlijks de feitenbasis voor de politieke besluitvorming en het maatschappelijk debat in Nederland over energie en klimaat.
Het aandeel hernieuwbare energie groeit volgens de verkenning van 6 procent in 2016 naar 12,4 procent in 2020 en 16,7 procent in 2023. Het doel van 14 procent voor 2020 wordt daarmee niet gehaald, maar het doel van 16 procent voor 2023 wel. Tot 2030 kan het aandeel hernieuwbare energie toenemen tot circa 24 procent.
De Nationale Energieverkenning laat zien dat de groei in hernieuwbare elektriciteit snel gaat. Deze kan in 2025 al ongeveer de helft uitmaken van de totale Nederlandse elektriciteitsproductie en in 2030 zelfs ongeveer twee-derde. De groei in hernieuwbare warmte en duurzame (bio)brandstoffen gaat veel langzamer.
De verwachte reductie van de uitstoot van broeikasgassen tussen 1990 en 2020 komt net als de vorige NEV uit op 23 procent. Dit is niet genoeg om te voldoen aan het rechterlijke vonnis van 25 procent in de Urgenda-zaak.
Het energiebesparingseffect in 2020, door de maatregelen uit het Energieakkoord, komt uit op 75 petajoule. Daarmee wordt het doel van 100 petajoule zeer waarschijnlijk niet gehaald.
Door de inperking van de aardgaswinning zal Nederland naar verwachting rond 2025 een netto-importeur van aardgas worden. Net als in de vorige NEV blijft de verwachting dat Nederland ergens tussen 2020 en 2025 netto elektriciteit gaat exporteren.
De werkgelegenheid uit duurzame energieactiviteiten is tussen 2014 en 2016 gestegen van 46 naar 52 duizend arbeidsjaren en neemt naar verwachting toe tot ongeveer 64 duizend arbeidsjaren in 2020.
13 oktober 2015: De doelstelling van het kabinet om in 2023 16% duurzame energie op te wekken wordt naar verwachting gehaald. Dat laat minister Henk Kamp van Economische Zaken weten naar aanleiding van de publicatie van de Nationale Energieverkenning (NEV) 2015.
Ook het doel van 14% duurzame energie in 2020 is binnen bereik. Daarvoor wordt de komende tijd ingezet op maatregelen die nog niet in deze energieverkenning zijn meegerekend. Inmiddels zijn er 47 partijen die het Energieakkoord steunen en uitvoeren.
Om de omslag naar een duurzame energievoorziening te versnellen, kondigt minister Henk Kamp een intensivering van de inzet aan. In 2016 komt er 8 miljard euro subsidie beschikbaar voor de opwek van hernieuwbare energie via de Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+)-regeling. Dit was afgelopen jaar nog 3,5 miljard euro. Tevens wordt de komende maanden met de provincies intensiever gewerkt aan het tijdig realiseren van windparken op land.
Burgers en ondernemers die zelf duurzame energie willen opwekken hebben vanaf volgend jaar de mogelijkheid subsidie aan te vragen voor bijvoorbeeld zonneboilers, biomassaketels en warmtepompen. Hiervoor wordt 70 miljoen euro beschikbaar gesteld.
De regeling voor het gezamenlijk lokaal opwekken van duurzame energie wordt in 2016 bovendien verruimd. Deze regeling stelt burgers in staat op lokaal niveau een energiecoöperatie op te richten waarmee ze met gunstige belastingvoorwaarden hun eigen duurzame energie kunnen opwekken. De korting op de energiebelasting die voor deze regeling geldt, stijgt van 7,5 cent per kWh naar 9 cent per kWh in 2016.
9 oktober 2015: Tja, dat verbaasd mij nou helemaal niet. Het Kabinet haalt de energiedoelen bij lange na niet, zo kopt de NOS. De verduurzaming van de energievoorziening gaat veel langzamer dan is afgesproken in het Energieakkoord.
Iets meer dan twee jaar geleden leek het allemaal nog wat. Zo’n 40 partijen kwamen er na lang, heel lang onderhandelen en praten, praten en nog eens praten eindelijk uit: 14% duurzame energie in 2020. Een weinig ambitieus en mager doel en niet in lijn met de eisen die Brussel stelt voor 2020. Nu al blijkt dat zelfs 14% te hoog gegrepen is en dat Nederland als we zo door gaan, uit gaat komen op slechts 11,9% duurzame energie in 2020. Het is en blijft natuurlijk een raming en wie weet, gaat de praktijk de raming overtreffen. De wonderen zijn de wereld nog niet uit.
Het grote probleem blijken de lange en ingewikkelde procedures voor de bouw van windmolens op land en de aanleg van warmtenetten. Geen idee wat de windteams doen danwel hebben gedaan. We kunnen in elk geval niet spreken van een succes. Zie: Windteams gaan windenergie op land nieuw leven inblazen
Om het Energieakkoord drama te completeren, is het goed om te weten dat het ook met de energiebesparing in Nederland verre van goed gaat. Zoals het er nu uitziet zal de energiebesparing door industrie, de transportsector en huishoudens in 2020 slechts uitkomen op iets meer dan de helft van de afgesproken besparingen.
Regelgeving provincie Groningen verbiedt windmolens op Milieuboulevard gemeente Groningen - Geen windmolens bij Woerden – Wageningen schrapt plannen Windmolens–Kampen in de ban van windmolens langs de N50 ! – Geen windmolens langs de N11 – Urk in verzet tegen windmolens enUrk vecht tegen windmolens
Aardwarmte in Nederland: Het Geothermisch Informatiesysteem ThermoGIS by TNO - Aardwarmte Den Haag: Duurzame Warmte voor Den Haag Zuidwest – Escamp Festival: Gratis Energie Kwartetspel Aardwarmte Den Haag – Aardwarmte in de Tuinbouwkas: Koekoekspolder IJsselmuiden by Greenhouse Geo Power
De Energiebespaartip van de Week - De Beste Energiebespaartip: Koop een Energiemeter Want Meten Is Weten Waar te Besparen - Smappee: ‘s-Werelds Slimste Energiemonitor Maakt Energieverbruik Inzichtelijk – Energiebesparing: Zie meer… en verbruik minder met de EnyMate – Google PowerMeter geeft inzicht in energieverbruik – Onvoldoende kennis over energiebesparing bij verhuurders en huurders – De Subsidieregeling Energiebesparing en Duurzame Energie Sportaccommodaties
6 september 2013: Zo, het is gelukt. Het kabinet, milieuorganisaties, vakbonden, werkgevers en tientallen andere organisaties hebben in Den Haag het Nationaal Energieakkoord voor Duurzame Groei ondertekend. Dat is het goede nieuws.
Minder goed nieuws is het feit dat de energiebesparingseis die Brussel voor 2020 stelt niet wordt gehaald. Op verzoek van de SER hebben het Energieonderzoek Centrum Nederland en het Planbureau voor de Leefomgeving een inschatting (PDF) gemaakt van de effecten van de in het Energieakkoord voor Duurzame Groei afgesproken maatregelen. De doelstelling van veertien procent duurzame energie in 2020 is alleen haalbaar als alles meezit. Bovendien blijkt dat er nog heel veel afspraken moeten worden uitgewerkt. Kortom een slap papieren akkoord, waarvan we nog maar moeten afwachten wat er in de praktijk van terecht gaat komen. We blijven het uiteraard met grote belangstelling volgen.
Omdat de doelstellingen mogelijk niet worden gehaald en er dan aanvullende maatregelen kunnen volgen, doet de Vereniging Eigen Huis niet mee.
28 augustus 2013: Nou, het is eindelijk zover. Er is overeenstemming bereikt tussen de onderhandelaars over een Energieakkoord Voor Duurzame Groei. Het kabinet en de deelnemende organisaties gaan de komende dagen de uitkomsten van de onderhandelingen in eigen kring bespreken. Op 4 september moeten de organisaties aangeven of zij het akkoord (of de voor hen relevante onderdelen hiervan) ondersteunen. Daarnaast kijkt de Autoriteit Consument en Markt nog even naar de mededingingsaspecten van het Energieakkoord Voor Duurzame Groei.
Een slap akkoord wat mij betreft. Heel veel zaken zijn al vele malen eerder geroepen en hebben geen resultaat opgeleverd. Tuurlijk moeten we energie gaan besparen. De doelstelling is mooi, nu de uitvoering nog. De doelstellingen voor duurzame energie, hernieuwbare energie zoals we dat tegenwoordig noemen zijn om te huilen. Alweer een stap terug. Ooit was het doel 20% in 2020. Nu slechts 14 procent. Mooi is de sluiting van oude kolencentrales. Bedroevend is het uitgangspunt dat fossiele brandstoffen tot en met 2050 nog een belangrijk onderdeel vormen van het energiegebruik in Nederland. Ook bedroevend is het feit dat CCS weer van stal wordt gehaald en zelfs als onvermijdelijk wordt gezien. Nee, echt vrolijk kan ik van dit Energieakkoord Voor Duurzame Groei niet worden. U wel?
Het akkoord bestaat uit tien pijlers. Deze tien pijlers vormen een onderling versterkend geheel, en daarmee een integraal pakket. De betrokken partijen leggen met dit akkoord hun betrokkenheid vast op de doelstellingen, de aangegeven maatregelen, en de bijbehorende borging. De tien pijlers van het energieakkoord:
Pijler 1: Energiebesparing
Pijler 2: Opschalen van hernieuwbare energieopwekking
Pijler 3: Stimuleren van decentrale duurzame energie
Pijler 4: Het energietransportnetwerk gereed maken
Pijler 5: Een goed functionerend Europees systeem voor emissiehandel
Pijler 6: Kolencentrales en CCS
Pijler 7: Mobiliteit en transport
Pijler 8: Arbeidsmarktarrangementen rond werkgelegenheid en scholing
Pijler 9: Stimulering commercialisering voor groei en export
Pijler 10: Financiering van duurzame investeringen
De belangrijkste punten van energieakkoord (PDF) dat is gesloten door bedrijfsleven, milieubeweging en vakbonden, onder leiding van de de Sociaal-Economische Raad (SER). Bron: SER (PDF).
Het energieverbruik in Nederland moet gemiddeld 1,5 procent per jaar omlaag. Dat betekent 100 PJ (petajoule) aan besparing in het finale energieverbruik van Nederland per 2020, oftewel 100 biljard joule. Deze doelstelling wordt gekoppeld aan twee ijkmomenten: eind 2016 zal ten minste 35% zijn bereikt en eind 2018 zal ten minste 65% zijn bereikt.
Zie ook: Het Jaar van de Gedragsverandering - Minister Jacqueline Cramer kondigt subsidieregeling energiebesparende maatregelen aan ! en Lenen tegen 2% voor energiebesparende maatregelen ! - Lenen tegen lage rente voor energiebesparende maatregelen ! - Eindhoven maakt werk van klimaatbeleid - Neelie Kroes akkoord met staatssteun aan energiebesparingsprojecten - Doorbraak Energiebesparing in Woningen Noodzakelijk: Het Wiel Opnieuw Uitvinden Is Niet Nodig - Energiebesparing in huurwoningen van start
Er komt een revolverend fonds voor energiebesparing in de gebouwde omgeving van circa € 600 mln. Dit nationaal energiebespaarfondszal nog in 2013 van start gaan met het gedeelte dat zich richt op eigenaar-bewoners (en dus komen ook eigenaars van monumenten in aanmerking voor financiering uit het revolverend fonds), zodat het voor deze grote groep burgers mogelijk wordt om rendabele besparingsmaatregelen te nemen. Zie ook: Het National Sustainability Fund en het Energiebesparingsfonds
Alle woningeigenaren en (ver)huurders die nog geen energielabel hebben, krijgen in 2014 en 2015 een indicatief energielabel van hun woning, op basis van een landelijke uniforme methodiek. Dit energielabel is een indicatie van de energieprestatie van een woning en dient voor bewustwording. Zie ook: Het Energielabel Woning, Energielabel Gebouw en het Energieprestatiecertificaat (EPC)
Het rijk stelt € 400 miljoen subsidie beschikbaar voor verhuurders in de sociale huursector ten behoeve van investeringen in energiebesparing voor de periode 2014-2017 met als doel een bijdrage te leveren aan de doelstellingen van het Convenant. Deze maatregel stimuleert een substantiële investeringsgolf op korte termijn om huurwoningen energie-efficiënt te maken. De € 400 miljoen komt ter beschikking van de verhuurders in 2018 en 2019 en wordt gedekt door een tijdelijke verhoging van de energiebelasting.
Er moet een toename zijn van het aandeel van hernieuwbare energieopwekking van de huidige 4 procent naar 14 procent in 2020. Dit aandeel moet in 2023 verder stijgen naar 16 procent. Het kabinet wilde in 2020 uitkomen op 16 procent duurzame energie, maar dat lukte niet. Omdat het even duurt voor windmolenparken op zee bijdragen aan duurzame energie, is dat pas in 2023 mogelijk. In 2016 wordt de voortgang met betrekking tot de realisatie van de 14%-doelstelling in 2020 en 16% in 2023 op basis van een set duidelijk gedefinieerde criteria beoordeeld. Ook wordt over het vervolg van het traject richting de 14% en 16% besloten, mede in het licht van internationale ontwikkelingen en mogelijkheden.
Zie ook: Nieuwste Cijfers Duurzame Energie in Nederland: 9% geproduceerd, 4% verbruik - Nederland krijgt nieuwe energie: 100% duurzame energie in 2050 - Het Jaar van de Duurzame Energie wordt Hernieuwbare Energie - International Year of Sustainable Energy for All: Duurzame Energie Voor Iedereen - Nieuwe Energie: Nederland na het Fossiele Tijdperk by Anne-Marie Rakhorst - Burgerinitiatief Nederland krijgt Nieuwe Energie: 100% Hernieuwbare Energie in 2050
Opschaling van wind op zee naar 4450 Mw operationeel in 2023. De reeds bestaande parken en hetgeen in de pijplijn zit tellen op tot circa 1000 Mw. Hier bovenop komen de aanbestedingen van in totaal 3450 Mw, door een gefaseerde aanbesteding vanaf 2015 in oplopende stappen: 450 Mw (2015), 600 Mw (2016), 700 Mw (2017), 800 Mw (2018) en 900 Mw (2019). Bij wind op land wordt binnen de kaders die met provincies zijn afgesproken geïnvesteerd om te komen tot 6000 Mw in 2020.
Zie ook: Eindrapport Taskforce Windenergie op Zee: Overheid moet meer doen - Windteams gaan windenergie op land nieuw leven inblazen - Grootschalige inpassing van windenergie is technisch geen probleem - Het Prinses Amalia Windpark levert Topprestaties - Twee nieuwe windmolenparken met slechts 120 windmolens in Noordzee – Bent u al lid van Club Zeekracht ? - Twee windmolens voor Den Haag
Burgers krijgen meer mogelijkheden om zelf hernieuwbare energie op te wekken en lokale en regionale initiatieven worden waar nodig en mogelijk door gemeenten, provincies en de rijksoverheid ondersteund. Per 1 januari 2014 wordt een belastingkorting van 7,5 ct/kWh ingevoerd voor hernieuwbare energie die in coöperatief verband of door een vereniging van eigenaren (VvE) wordt opgewekt en gebruikt door kleinverbruikers.
Zie ook de SDE+ Subsidieregeling - Het Einde van Duurzame Energie: Tijd voor Hernieuwbare Energie - Nederland wil een Feed-IN Tarief voor Duurzame Energie
Fossiele brandstoffen zullen in de periode tot en met 2050 nog een belangrijk onderdeel vormen van het energiegebruik, ook al richt het akkoord zich op het bereiken van een reductie van een CO2-reductie van 80 tot 95% in 2050, en een aandeel van 16 procent in hernieuwbare opwekking in 2023. De inzet van gascentrales op de NoordwestEuropese elektriciteitsmarkt blijft belangrijk. Partijen komen overeen dat de capaciteit van de jaren tachtig kolencentrales wordt afgebouwd als onderdeel van de transitie naar een duurzame energievoorziening. Deze zesde pijler betekent concreet dat drie kolencentrales per 1 januari 2016 zijn gesloten. De sluiting van de twee resterende centrales volgt per 1 juli 2017.
Zie ook: Toch nieuwe kolencentrales ! - Kolencentrales onder vuur ! - Kolencentrale Essent van de baan ! - Amsterdam wil geen nieuwe kolencentrale ! - Bouw nieuwe kolencentrales stopgezet - Nuon Stopt Met Bouw Kolencentrale in Eemshaven: Nuon Gaat tot 2020 Alleen Gas Stoken - Nederlandse Energiecentrales Verstoken Steeds Meer Kolen: CO2-Uitstoot Fors Hoger
Om op de lange termijn te komen tot een volledig duurzame energievoorziening zal afvang, gebruik en opslag van CO2 (CCS) onvermijdelijk zijn. CCS kan worden toegepast bij de industrie en ook bij gas- en kolencentrales. De rijksoverheid zal het initiatief nemen om te komen tot een lange termijn visie op de positie van CCS in de transitie
naar een volledig duurzame energievoorziening.
Zie ook: CO2 Initiatief Noord-Nederland: Borg - Kabinet ziet CO2 afvang en opslag helemaal zitten en Barendrecht ziet het helemaal niet zitten - Hogedruk CO2-Pijpleiding onder Woonwijk Oosterheem en Station Bleizo Zoetermeer - CO2 Bombe: Bürgerinitiative ContraEndlager Fresh Air Festival - Alles over CO2 afvang en opslag op één website: co2afvangenopslag.nl - NEAR CO2: Communicatie en participatie rond CO2 afvang en opslag (CCS) projecten - VROM opent Infopunt CO2-opslag in Barendrecht - Shell: communicatie overheid over CO2-opslag onvoldoende - CO2-opslag is geen alles-in-1-oplossing: Risico’s CCS Niet Nauwkeurig te Berekenen
De zevende pijler van het Energieakkoord bestaat uit stappen op het gebied van mobiliteit en transport richting efficiënter verkeer en vervoer en een meer duurzame invulling van mobiliteit. Partijen zijn het eens over ambitieuze doelstellingen, namelijk een reductie van de CO2-uitstoot met 60% per 2050 ten opzichte van 1990 en op weg daarnaar toe een reductie tot 25 Mton (-17%) in 2030.
Beleid Duurzame Mobiliteit is Hip: Verandert Gedrag Medewerkers - Proeftuin Duurzame Mobiliteit: 2,6 miljoen Euro Subsidie voor Rijden op Biogas en Biobrandstoffen - Proeftuinen Duurzame Mobiliteit: 10 miljoen euro voor Hybride en Elektrisch rijden - Proeftuinen Duurzame Mobiliteit: 5 miljoen euro voor Rijden op Waterstof - Duurzaam op Weg: Kennisplatform voor Duurzame Mobiliteit - Elektrisch Rijden in Nederland: Mooie Voorbeelden van Elektrisch Transport - STEM-congres ’n Crash of ‘n Succes: Over Energie-Innovaties, de Mens en Zijn Gedrag
Het Energieakkoord leidt tot aanzienlijke werkgelegenheidskansen in de installatie- en bouwsectoren en op termijn in de duurzame energiesector, de achtste pijler van het akkoord. De ambitie is deze kansen te verzilveren en in de periode 2014-2020 in totaal ten minste 90.000 arbeidsjaren extra te realiseren. Dit komt neer op een werkgelegenheidswinst van gemiddeld ten minste 15.000 extra voltijdsbanen.
De negende pijler richt zich op energie-innovatie en -export. Het streven is dat Nederland in 2030 een top-10 positie inneemt op de mondiale CleanTech Ranking. Er komen overheidsmiddelen beschikbaar voor een innovatieprogramma voor demonstratieprojecten die gericht zijn op versnelling van commercialisering van CleanTech-activiteiten ten behoeve van de export. Het budget hiervoor loopt op van € 25 mln in 2014 tot structureel € 50 mln vanaf 2017. Het budget van de EIA-regeling wordt beperkt om hiervoor financiële ruimte te maken.
De tiende pijler wordt gevormd door een omvangrijk financieringsprogramma gericht op het vrijmaken van de enorme investeringen die nodig zijn voor de transitie zoals beoogd in het Energieakkoord.
Het Rijk reserveert in deze kabinetsperiode circa € 70 miljoen om diverse ondersteunende maatregelen te financieren, zoals de overeenkomst voor het faciliteren van gemeenten bij lokale en regionale energiebesparing en –opwekking, het verstrekken van het indicatief energielabel, het expertisecentrum voor energiebesparing, betere handhaving van de Wet milieubeheer, de EPK-pilot, het opstarten van het financieringsprogramma en de activiteiten ter bevordering van energie-innovatie en –export. Bron: SER
Zie ook: De Subsidieregeling Energiebesparing en Duurzame Energie Sportaccommodaties voor Sportverenigingen - De Groene Delta van Nijmegen: Zonnepark Nijmegen – Van Kolencentrale naar Duurzame Energie
Martijn Otten zegt:
31 oktober 2015 om 14:01 | Permalink
Jonge Socialisten: “Nijpels, lever je opdracht in!”
De Jonge Socialisten in de PvdA (JS) vinden dat Ed Nijpels, die toeziet op de uitvoering van het energieakkoord, zijn opdracht moet inleveren. Vandaag bleek opnieuw dat de doelstellingen uit het energieakkoord bij lange na niet gehaald gaan worden. “Voor Nijpels lijkt het me bijzonder frustrerend dat het kabinet zo laks omspringt met het energieakkoord,” Aldus JS-voorzitter Bart van Bruggen. “Bij herhaling toont het kabinet geen verbetering, daarom moet Nijpels de nucleaire optie kiezen: z’n opdracht teruggeven. Zo’n signaal zou het kabinet toch aan het denken moeten zetten.”
De euforie na het sluiten van het energieakkoord was groot, maar er is bijna niets van de afspraken terecht gekomen. “Het is diep triest dat de al weinig ambitieuze plannen uit het energieakkoord niet tot uitvoer gebracht worden. Het kabinet heeft wel iets om zich voor te schamen als zelfs Ed Nijpels de boel niet in beweging krijgt,” zegt Van Bruggen.
De Jonge Socialisten vinden het teleurstellend dat zelfs de PvdA zich erg afwachtend opstelt en het kabinet nauwelijks aanspoort tot meer ambitie. Afgelopen maand werd een motie van de JS aangenomen op de PvdA-ledenraad die de fractie opdroeg om met concrete voorstellen te komen. “We kunnen niet langer afwachten en toekijken, het wordt tijd dat Diederik Samsom z’n mooie toespraken in concrete daden omzet,” aldus de voorzitter van de Jonge Socialisten.
Op 14 november komt de PvdA opnieuw bijeen voor een politieke ledenraad. Duurzaamheid staat daar hoog op de agenda. Van Bruggen: “Als we de komende weken geen beweging vanuit de fractie zien, moeten we op die ledenraad wellicht met scherpere moties komen en zullen we zelf concrete maatregelen formuleren om de fractie op weg te helpen.” De Jonge Socialisten hopen echter dat het niet zover hoeft te komen en dat de fractie zelf aan de slag gaat.
Erik van Erne zegt:
19 december 2015 om 12:19 | Permalink
Aanscherpen Nederlands Energieakkoord is Noodzakelijk
Het Nederlandse energieakkoord moet worden aangescherpt om te voldoen aan de afspraken uit het klimaatakkoord, dat zegt Greenpeace. Anders lukt het Nederland nooit om te voldoen aan de afspraken van Parijs.
Erik van Erne zegt:
19 oktober 2017 om 15:00 | Permalink
Energieakkoord Niet voldoende Blijkt uit Nationale Energieverkenning 2017 by NVDE
De Nationale Energieverkenning 2017 laat zien dat het Energieakkoord heeft gezorgd voor een belangrijke groei van duurzame energie in Nederland: van 4% in 2013 naar 17,3% in 2023. Daar kunnen alle deelnemers trots op zijn. Tegelijkertijd dreigt het doel van 14% in 2020 onhaalbaar te worden (13%, zegt de NEV) en is er nog een gat bij energiebesparing: geen 100 pètajoule maar 75.
Het is tijd voor een groot gevoel van urgentie met extra maatregelen en middelen om alle doelen te realiseren. Er is immers nog maar drie jaar te gaan. Daarom bepleit de NVDE: Zorg dat de subsidies voor duurzame energie (SDE+) realistisch zijn: te lage vergoedingen en beperkende randvoorwaarden maken de doelen onhaalbaar. Benut het gehele budget van de SDE+ voor duurzame energie. Er is geen enkele ruimte om dit geld de komende 4 jaar te benutten voor andere doelen, zoals CCS. Voor de Kerst is er een pakket extra maatregelen nodig voor een eindsprint richting 2020. Het gaat om een combinatie van ‘verleiding’ en verplichtende maatregelen; zowel voor duurzame energie als voor energiebesparing in het MKB.
Urgenda-rechtszaak: 25 procent minder CO2 in 2020 wordt nog niet gehaald. Nederland moet in 2020 een kwart minder CO2 uitstoten dan in 1990, zo bepaalde de rechter in de Urgenda-zaak. Volgens de NEV wordt dit doel nu nog niet gehaald. Uit een studie van CE Delft iov de NVDE bleek deze zomer al dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat Nederland voldoet aan deze verplichting. Het bereiken van de doelen van het Energie-akkoord is hiervoor noodzakelijk maar ook dan blijft de onzekerheid groot: de bandbreedte is volgens PBL en ECN 19% tot 27%. Daarom zijn er extra acties nodig om op korte termijn te zorgen voor extra CO2-reductie, zoals afspraken over sluiting van kolencentrales.
Regeerakkoord: Nederland koerst volgens NVDE af op schamele 22% duurzame energie in 2030. De zojuist verschenen NEV 2017 rekent op 23,9 % duurzame energie in 2030 bij voortzetting van het bestaande beleid. Dankzij de dalende kosten van duurzame energie en extra mogelijkheden voor wind op zee is dit beduidend hoger dan de 20,7% uit de vorige NEV.
De NVDE verwacht helaas dat dit percentage door het kersverse regeerakkoord niet omhoog maar omlaag gaat. Het regeerakkoord bevat enkele goede aanzetten, zoals een voorzichtige vergroening van de belastingen; steun voor energiecoöperaties en een klimaatwet. Maar de stimulering van CO2-opslag (CCS) kost zo één miljard euro per jaar en gaat rechtstreeks ten koste van duurzame energie wanneer dit wordt betaald uit de SDE+ - op kosten van de burger.
Zonder extra maatregelen komt Nederland daarmee volgens de NVDE op zo’n 22% duurzame energie in 2030. Op deze manier blijft Nederland in 2030 onderaan de Europese lijstjes bungelen en blijven we ver achter de Europese doelstelling van 27% a 35% duurzame energie die nu wordt besproken in de EU. 22% in 2030 is ook in de verste verte niet in lijn met de 100% duurzame energie in 2050, die volgens de NVDE nodig is voor het klimaatakkoord van Parijs.
Een nieuw energieakkoord zal dus stevige extra maatregelen moeten bevatten en CCS op een andere manier moeten stimuleren. Alle kansen zijn er om de energietransitie wél te versnellen en zo bij te dragen aan een welvarend land dat draait op een schone en moderne energievoorziening.