Fors Economisch Potentieel voor Offshore Windenergie In en Buiten Nederland
Geschreven op 12-4-2011 - Erik van Erne. Geplaatst in Energie en BesparingMooi persbericht van de Nederlandse Wind Energie Associatie (NWEA) met op zich weinig nieuwe. Tja, er zijn hele mooie kansen voor windenergie op zee voor Nederland, maar dat weten we al heel erg lang.
Wel lees ik tot mijn verbazing dat Nederland in bepaalde segmenten al sterk is. Dat moet dan vooral om activiteiten buiten onze landsgrenzen gaan.
Zoals bekend, gaat het moeizaam met windenergie in Nederland. Politici hebben het over windmolens die op subsidie draaien en vergeten gemakshalve de enorme subsidies die nu op allerlei manieren worden verleend aan de zeg maar, fossiele energieopwekking. De door de NWEA voorgestelde proeftuinaanpak is weer eens een ander benaming voor het in Nederland zo populaire systeem van pilotprojecten. Nadat die, over het algemeen met groot succes zijn afgesloten, horen we niets meer. Van opschaling is geen sprake, althans niet in eigen land.
Blijf het ook verbazingwekkend vinden dat iedere club in Nederland voor eigen paroche preekt. Waarom wordt er geen visie opgesteld waarbij alle vormen van duurzame, hernieuwbare energie worden meegenomen, inclusief smart-grid. De éénzijdige benadering doet de aanpak in ons land zeker geen goed. Inzetten op zowel zonne-energie, windenergie op zee en op land, aardwarmte en niet te vergeten de ongekende mogelijkheden en vele soorten waterkracht.
In 2020 wordt naar verwachting in Europa jaarlijks voor 15 miljard euro geïnvesteerd in offshore windenergie. De segmenten waar Nederland nu al sterk in is, beslaan ongeveer 60% van deze markt. Het potentieel is daarmee enkele miljarden euro’s toegevoegde waarde per jaar en tienduizenden banen. NWEA pleit er daarom voor om als Nederland in te zetten op offshore windenergie als kans. Die boodschap is tijdens de ‘inputdag’ meegegeven aan het Topteam Energie dat voor het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de economische kansen van de energiesector in kaart brengt
Nederland is nu al internationaal marktleider met onder meer fundaties, installatie en onderhoud & maintenance van offshore windparken. Ter illustratie: ongeveer de helft van alle in Europa geplaatste monopiles (de funderingspalen waarop windturbines worden geplaatst) zijn in Nederland gemaakt; minstens een derde is door Nederlandse bedrijven geïnstalleerd.
Samen met Denemarken was Nederland in de jaren tachtig wereldleider in windturbines voor op land. Maar waar de Denen doorpakten en een thuismarkt creëerden, liet Nederland dat na. Denemarken exporteert nu voor 7 miljard euro per jaar in deze industrie. ‘Met wind op zee krijgt Nederland een tweede kans,’ aldus Pieter Tavenier (directeur Offshore van ENECO) namens NWEA tijdens de bijeenkomst in de Jaarbeurs Utrecht. Nederland is een prima plek voor offshore wind vanwege een uitstekende infrastructuur en een groot aantal gespecialiseerde bedrijven. De Noordzee is bovendien relatief ondiep en de ondergrond is prima om in te bouwen. En het waait er goed. Niet voor niets plannen België, Groot-Brittannië en Duitsland de meeste van hun offshore windprojecten pal tegen de Nederlandse economische zone.
De grote uitdaging voor offshore wind is de kostprijs van de technologie, constateert NWEA. Die moet dalen om offshore wind te kunnen laten groeien. Nu nog worden aangepaste windturbines voor wind op land geplaatst. De toekomstige offshore turbines zullen minstens 2 tot 3 keer groter zijn en leveren hun kWh tegen een aanzienlijk goedkopere kostprijs. Inmiddels zijn 6 MW en 7 MW turbines te koop en 10 MW en zelfs 20 MW liggen op de tekentafel. Tavenier: ‘Deze ontwikkeling en een hele waslijst aan andere innovaties gaan de kosten enorm drukken.’ De markt verwacht een kostprijsverlaging van ongeveer 40% in 2020. NWEA stelt daarom een proeftuinaanpak voor. Deze is erop gericht de technologie eerst goedkoper te maken door innovaties in de praktijk te testen en zo de Nederlandse industrie een voorsprong te geven. Door elke twee jaar een offshore windpark te bouwen dat voor een derde innovatief is, kunnen innovaties worden uitgetest, die in het volgende windpark benut kunnen worden.
NWEA wijst erop dat al veel stappen in deze richting gezet zijn. Een eerste proeftuin met innovatie wordt al ontwikkeld door ENECO en NUON. Daarnaast bestaat het innovatieprogramma FLOW, liggen er meerder vergunningen voor windparken op zee en beschreef de Taskforce Wind op Zee diverse manieren om de kosten te verlagen. Wel is het noodzakelijk de bestaande initiatieven bundelen tot een masterplan, lopend tot minstens 2020, waar bedrijfsleven en overheid gezamenlijk de schouders onder zetten.
Zie ook: De Winddagen 2016: Hoofdrol in Energietransitie voor Windenergie – Record Voor Windenergie in Nederland in 2015: Duurzame Energie voor 2,4 Miljoen Huishoudens – Helft Doelstelling Windenergie op Land voor 2020 Bereikt: Windenergie Capaciteit van 3000 MW – Het Prinses Amalia Windpark levert Topprestaties – Twee nieuwe windmolenparken met slechts 120 windmolens in Noordzee – Bent u al lid van Club Zeekracht ? – Twee windmolens voor Den Haag – Het Eneco Windpark Luchterduinen: 56% meer Nederlandse Windenergie op Zee – Het Gemini Offshore Windpark: Funderingen Buitengaats en Zee-Energie Geplaatst – Van Not In My Back Yard naar Wind In My Back Yard by Eneco – Eneco Windpark Delfzijl Noord: Duurzame Stroom voor Nieuw Datacenter van Google – Windpark Slufterdam by Nuon en Eneco bij Rotterdam Krijgt Nieuwe Grotere Windmolens – Windpark Nijmegen-Betuwe: Vijf Windturbines op Bedrijventerrein De Grift in Nijmegen – Windpark Westermeerwind – Windpark Oom Kees in Wieringermeer, Noord-Holland – De Landelijke Burgercoöperatie De Windvogel: Duurzame Windenergie via Zes Windturbines – Windpark Noordoostpolder: 86 Windmolens op het Land en in het Water van het IJsselmeer