Eindrapport Taskforce Windenergie op Zee: Overheid moet meer doen
Geschreven op 25-5-2010 - Erik van Erne. Geplaatst in Energie en BesparingUpdate 2 juli 2010: Minister Maria van de Hoeven van Economische Zaken en de bedrijven ZeeEnergie C.V. en Buitengaats C.V. hebben op 1 juli 2010 een uitvoeringsovereenkomst getekend.
Hiermee verplichten de bedrijven, die beide een initiatief zijn van de Duitse BARD groep, zich tot de bouw van twee grote windmolenparken zo’n 55 kilometer ten noorden van Schiermonnikoog. Het vermogen van de toekomstige parken bedraagt samen 600 MegaWatt.
Hiermee kunnen rond 660.000 huishoudens van elektriciteit worden voorzien. De bedrijven hebben het beste aanbod gedaan binnen de tender Wind op Zee die door minister Van der Hoeven is uitgeschreven.
De tender Wind op Zee is een onderdeel van de SDE, de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie. De verleende subsidie is een maximum. De daadwerkelijke hoogte van de subsidie is afhankelijk van de toekomstige productie en elektriciteitsprijs. De subsidie wordt in vijftien jaar tijd uitgekeerd. De regeling wordt uitgevoerd door NL Energie en Klimaat.
Voor de tender Wind op Zee was een totaal budget van 4,5 miljard euro beschikbaar. De ingediende projectvoorstellen zijn beoordeeld en gerangschikt door NL Energie en Klimaat, onderdeel van Agentschap NL. Naast de nu toezegde subsidie is er nog een restbudget over. Dit restbudget zal aan enkele partijen die zich ook hebben ingeschreven voor deze tender, worden aangeboden. Hiermee wordt naar verwachting nog rond 100 Megawatt windvermogen op zee gerealiseerd.
25 mei 2010: De doelstellingen voor windenergie op zee zijn onhaalbaar wanneer de overheid niet op alle fronten de inspanningen verhoogt. Dat schrijft de Taskforce Windenergie op Zee.
De Taskforce adviseert de overheid om zelf ook te investeren in windenergie op zee. Met een relatief beperkte financiële bijdrage van de overheid dalen de kapitaalslasten van windenergie op zee aanzienlijk, is een lagere SDE-bijdrage benodigd en vallen de maatschappelijke kosten lager uit.
De Taskforce heeft de volgende aanbevelingen: Verbeter de SDE-regeling; Vergroot de beschikbare financiële middelen; Participeer in het eigen vermogen van projecten door PPS; Investeer in technologie, ontwikkeling en innovatie; Bevorder gelijkmatige en seriematige realisatie van grote concessies met ‘opt out’; Verleng de concessietermijn naar veertig jaar.
De Taskforce constateert drie knelpunten (PDF):
In de Voorfase: Het vinden van een locatie en het verkrijgen van de benodigde vergunningen is tijdrovend, inefficiënt en legt grote risico’s bij de ontwikkelaars van windparken. In de voorfase zal de overheid het voortouw moeten nemen bij het vinden van voldoende locaties die snel en tegen de laagste maatschappelijke kosten kunnen worden uitgegeven en vergund.
Financiën: De beschikbaarheid van voldoende financiële middelen voor ontwikkelaars, elektriciteitsproducenten, et cetera wordt een groot knelpunt. De overheid kan met een relatief bescheiden eigen inbreng de tijdige beschikbaarheid van financiële middelen vergroten en tevens de kapitaalslasten en daarmee de noodzakelijke SDE-bijdrage verlagen.
Doorlooptijd: Processen verlopen te langzaam om de ambitieuze doelstelling in 2020 te halen. Alle processen zullen moeten en kunnen worden versneld.
Windteams gaan windenergie op land nieuw leven inblazen – Grootschalige inpassing van windenergie is technisch geen probleem – Nieuwste Cijfers Duurzame Energie in Nederland: 9% geproduceerd, 4% verbruik – Het Prinses Amalia Windpark levert Topprestaties – Twee nieuwe windmolenparken met slechts 120 windmolens in Noordzee – Bent u al lid van Club Zeekracht ? – Twee windmolens voor Den Haag