Oratie Prof.dr. Jan Peter Balkenende: Over Governance en Maatschappelijke Verantwoordelijkheid
Geschreven op 24-3-2011 - Erik van Erne. Geplaatst in Agenda, Duurzaam, MVO‘Governance is geen doel op zichzelf, maar een middel om te bouwen aan een goede samenleving, om bij te dragen aan het bonum commune, om te werken aan een wereld waarin ieder mens telt, waarin het besef van duurzaamheid voluit aanwezig is en waarin nadrukkelijk verder wordt gekeken dan naar de belangen van hier en nu.
Dit betoogt prof.dr. Jan Peter Balkenende in zijn oratie Over governance en maatschappelijke verantwoordelijkheid: hoe verder? (PDF).
Hiermee aanvaardt hij donderdag 24 maart 2011 het ambt van hoogleraar Governance, Institutions and Internationalisation, in de Erasmus School of Economics en de Erasmus School of Law van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Prof.dr. Balkenende pleit voor het dragen van maatschappelijke verantwoordelijkheid, die primair vanuit een organisatie zelf behoort te komen: intrinsiek, en niet louter omdat bijvoorbeeld de zorg over de reputatie dat zou verlangen. Hij gaat in zijn oratie in op verschillende aspecten van governance.
Waarom is governance een centraal en actueel thema geworden? In dat verband bespreekt hij onder meer het debat over ordeningsparadigma’s. Vervolgens gaat de nieuwe hoogleraar in op de praktische betekenis van governance aan de hand van een aantal concrete voorbeelden.
Tot slot behandelt Balkenende governance als object van theoretische reflectie. Daarin komen de normatieve aspecten aan de orde, en de maatschappelijke omgeving en het verband met de grote vragen van deze tijd. Bron: Erasmus Universiteit
gretta van delft zegt:
27 maart 2011 om 19:50 | Permalink
Wij hebben gelezen een report van prof. dr. Balkenende’s oratie. Hij sloot af:
“Ik haat een toehoorder met een goed geheugen. Daarom: ik wens u verder het beste, klap maar in uw handen,leef en drink er vrolijk op los, vermaarde toehoorders, u bent nu in de Zotheid ingewijd.’ Aan deze woorden van Erasmus heb ik niets toe te voegen.”
Mijn man heeft in het verleden vele keren gezegd: ‘wat ben ik blij dat wij een christelijke minister president hebben’.
Nu ben ik erg geschrokken om de einde van zijn oratie – mijn inziens een christen niet waardig in een tijd van coma zuipen onder de jeugd.