Geschreven op 10-9-2020 - Erik van Erne.
Geplaatst in Vervoer en OV
Duurzaam en stil bevoorraden van winkels en horeca in binnensteden via treintjes op zonne-energie.
Sligro test als eerste de nieuwe optie voor stadsdistributie in de praktijk.
Efficiënter en duurzamer de binnenstad kunnen beleveren.
Sligro neemt de proef op de som en is gestart met de operationele test van een nieuw voertuig voor stadsdistributie op zonne-energie: de Solar Train.
De nieuwste oplossing voor stadsdistributie is ontwikkeld speciaal voor de groothandel in samenwerking met het Nederlandse bedrijf Trens Solar Trains.
De 100% elektrische Trens Solar Train vervoert 60 passagiers comfortabel over bestaande straten. Geen straat is te nauw, geen bocht is te scherp en geen helling is te steil. De Trens Solar Train zorgt voor comfortabel personenvervoer in historische stadscentra, op boulevards of op routes van en naar Transferia/P+R; Ook in en rond natuur- en evenementsparken en business compounds. Passagiers en omstanders zijn zich meteen van bewust van het milieuvriendelijke karakter van de Trens Solar Train: Geen lawaai en geen uitlaatgassen.
Naast personenvervoer, is de Trens Solar Train bij uitstek geschikt voor stadsdistributie: Grote ladingen kunnen binnen een compacte stedelijke omgeving vervoerd worden. Horeca en winkels in binnensteden maar ook particulieren in woonwijken, worden voortaan bediend met behulp van elektrische voertuigen (zonder lawaai). De trein draagt actief bij aan een schoon milieu en kenmerkt zich door opvallend lage exploitatiekosten.
De daken van de trekker en de wagons van de Trens Solar Train zijn allen voorzien van hoog rendement mono-kristallijne zonnecellen gevat in kunststof zonnepanelen en brengen 4.000Wp per uur op een zonnige dag op. Dat betekent een extra actieradius van 8 km per uur volle zon. Ten opzichte van de standaard glazen zonnepanelen, leveren deze kunststof panelen een gewichtsbesparing op van maar liefst 60%.
De komende jaren verandert het slibdepot aan de Fabriekswijk in De Krim in een zonnepark van circa 5 hectare. Pure Energie heeft hiervoor de definitieve omgevingsvergunning van het Hardenbergse college van B&W ontvangen.
Het zonnepark gaat naar verwachting jaarlijks ongeveer 3,5 miljoen kilowattuur aan elektriciteit opwekken. Dat is genoeg energie voor ongeveer 1.100 huishoudens.
De gemeente Hardenberg wil 30% duurzame energie opwekken in 2030. Om deze doelstelling te halen, zet de gemeente onder andere in op zonne-energie. Het idee voor een zonnepark op het slibdepot naast de voormalige vloeivelden van de aardappelmeelfabriek is door de gemeenteraad, het college van B&W en het dorp De Krim zeer positief ontvangen. Dat bleek ook uit het feit dat er geen zienswijzen zijn ingediend tegen het plan voor het zonnepark.
Naast een bijdrage aan de duurzaamheidsambitie van de gemeente Hardenberg draagt het zonnepark ook financieel bij aan de realisatie van de nieuwe Multifunctionele Accommodatie (MFA) in De Krim. In overleg met het Plaatselijk Belang keert Pure Energie de jaarlijkse gelden uit het
omgevingsfonds in één keer uit, zodat dit financieel kan bijdragen aan de bouw van het nieuwe MFA.
Ondanks dat het zonneveld zo efficiënt mogelijk wordt ingericht, blijft straks bijna 35% van het gebied onbebouwd. Deze ruimte wordt benut voor landschappelijke inpassingen en natuurlijke inrichting. Zo heeft Pure Energie nadrukkelijk oog voor de patrijs, een vogelsoort waarvan de aantallen in het gebied, zoals ook in de rest van Nederland, al jaren afnemen. Door beschutting en extra plantsoorten toe te voegen, zoals wilde roos, sleedoorn en meidoorn, is het zonnepark een aantrekkelijke leefgebied met voldoende nestgelegenheden en voedsel voor de patrijzen. Daarbij kunnen andere
diersoorten, die goed gedijen in het leefgebied van de patrijs, ook ‘meeliften’ op de versterking van deze biotoop.
Het is nog niet bekend wanneer de bouw van het zonnepark start. Naar verwachting starten de werkzaamheden eind 2021 en nemen circa een half jaar in beslag.
De gemeente Wijchen heeft groen licht gegeven aan initiatiefnemers Pure Energie en Energiecoöperatie Leur e.o. (ECL) voor Zonnepark Bankhoef. Zij gaan nu een omgevingsvergunning aanvragen.
De gemeenteraad van Wijchen heeft in 2018 het plan ‘Samen naar een duurzaam Wijchen, energieplan op hoofdlijnen’ vastgesteld.
Hierin is de ambitie opgenomen om 30 hectare aan zonneparken te realiseren, uiterlijk in 2023.
Zonnepark Kampbroek Hernen was het eerste initiatief waaraan de gemeente haar medewerking heeft verleend. Nu komt daar dus Zonnepark Bankhoef bij.
Het initiatief is geselecteerd uit 18 ingediende plannen. Belangrijk bij de beoordeling van de plannen was hoe de omgeving wordt betrokken en hoe het zonnepark wordt ingepast in het landschap. Maar ook van belang is de minimale belasting voor het milieu bij de aanleg van het zonnepark. In de beoordeling wogen draagvlak en participatie het zwaarst mee. Hoe zorgen de initiatiefnemers ervoor dat belanghebbenden worden betrokken?
Voor zonnepark Bankhoef werken Pure Energie en ECL samen op basis van gelijkwaardigheid. Door deze samenwerking wordt de kans volgens de gemeente groter dat het zonnepark voor 50 procent in lokaal eigendom komt. ‘Dit initiatief is een prachtig voorbeeld van een professionele aanpak die goed rekening houdt met de omgeving van het zonnepark en de natuur. Het wordt nog mooier als een groot deel van het zonnepark echt in eigendom komt van Wijchenaren’, aldus Titus Burgers, wethouder Duurzaamheid.
GroenLeven realiseert op de zandwinplas in Balderhaar een drijvend zonnepark. Met ruim 40.000 zonnepanelen wordt hiermee stroom opgewekt voor zo’n 5.000 huishoudens.
Het drijvende zonnepark is een voorbeeld van een innovatieve dubbelfunctie: door zandwinplassen te combineren met zonnepanelen wordt de inzet van andere bruikbare oppervlakte voor duurzame energie vermeden.
In het ontwerp van het zonnepark is veel rekening gehouden met landschappelijke inpassing. De zandwinplas is omringd door bos. Door het bijplanten van diverse fruitbomen wordt het zicht op de zonnepanelen beperkt.
Het drijvende systeem is ontwikkeld door GroenLeven. Het is zo ontworpen dat licht en lucht het water kunnen blijven raken. Zo maakt het systeem gebruik van panelen die licht doorlaten en brede lichtstraten. Dit draagt bij aan de instandhouding van de ecologie. Ook wordt er voorzien in de bevordering van het onderwaterleven, zoals het bieden van een plaats waar visjes bescherming in kunnen vinden en zich in kunnen vermenigvuldigen. In samenwerking met het Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid (IVN) wordt de ecologie in de komende vijf jaar gemonitord.
De bouw van het zonnepark start naar verwachting in de eerste week van september. Het zonnepark is volgens deze planning half oktober klaar.
Geschreven op 10-9-2020 - Erik van Erne.
Geplaatst in Klimaat
De CO2-uitstoot door Nederlandse economische activiteiten was in het tweede kwartaal 21,1 procent lager dan in hetzelfde kwartaal van 2019.
Volgens de eerste berekening kromp het bruto binnenlands product (bbp) in dezelfde periode met 9,3 procent. De afname van de CO2-uitstoot komt onder andere doordat de energiebedrijven bij hun productie minder steenkool hebben ingezet. Ook de impact van de coronacrisis op de CO2-uitstoot is duidelijk zichtbaar.
De CO2-uitstoot van de transportsector was ongeveer de helft lager dan een jaar eerder. Dit meldt het CBS op basis van de nieuwe kwartaalcijfers over de CO2-uitstoot.
Het tweede kwartaal van 2020 was zachter dan dat van 2019. Gecorrigeerd voor dit weereffect was de CO2-uitstoot in het tweede kwartaal 20,5 procent lager dan een jaar eerder.
In het tweede kwartaal van 2020 was de CO2-uitstoot door energiebedrijven, waterbedrijven en afvalbeheer ongeveer een kwart lager dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. De energiebedrijven waren in het tweede kwartaal goed voor ruim 30 procent van de totale uitstoot.
De afgelopen jaren hebben elektriciteitsbedrijven steeds minder steenkool en meer aardgas ingezet. In de eerste helft van 2020 was het verbruik van steenkool voor de productie van elektriciteit ruim 60 procent lager dan in dezelfde periode een jaar eerder. Bij het verbranden van aardgas wordt minder CO2 uitgestoten dan bij steenkool. De elektriciteitsproductie uit hernieuwbare bronnen, zoals zonnestroom en windenergie, lag in de eerste helft van 2020 juist hoger dan een jaar eerder.
De CO2-uitstoot van huishoudens was ruim 17 procent lager dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Vanwege de covid-19-uitbraak riep het kabinet op om zoveel mogelijk thuis te blijven en indien mogelijk thuis te werken. Hierdoor namen vooral de emissies door autogebruik af. Huishoudens verstookten ook minder aardgas voor verwarming van woningen vanwege het relatief warme lenteweer. In het tweede kwartaal bedroeg de CO2-uitstoot van huishoudens ruim 17 procent van het totaal.
De CO2-uitstoot van de overige dienstverlening lag bijna 12 procent lager dan in het tweede kwartaal 2019. Het aandeel in de totale CO2-uitstoot is ruim 11 procent.
In het tweede kwartaal was de CO2-uitstoot door het cluster landbouw, delfstoffenwinning, industrie en bouwnijverheid 9 procent lager dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Dit cluster was in het tweede kwartaal van 2020 goed voor ruim 31 procent van de totale uitstoot. Vooral de chemische en de basismetaalindustrie hebben minder geëmitteerd.
De transportsector heeft in het tweede kwartaal bijna de helft minder CO2uitgestoten dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Ook de toegevoegde waarde was fors lager in deze periode. De CO2-uitstoot van de luchtvaart was in het tweede kwartaal ruim 80 procent lager dan een jaar eerder. Vanwege de uitbraak van Corona zijn in het tweede kwartaal veel vluchten geschrapt en stond een groot gedeelte van de vloot aan de grond. Ook het wegvervoer heeft fors minder CO2 uitgestoten door de coronacrisis. Het aandeel van de transportsector in de totale uitstoot was ruim 9 procent.
Geschreven op 9-9-2020 - Erik van Erne.
Geplaatst in Vervoer en OV
Tien grote vrachtwagens van Vos Logistics met acht zonnepanelen op het dak gaan de komende weken de weg op voor een praktijktest.
Er wordt gekeken of de panelen het ook goed blijven doen op een bewegende ondergrond, zoals een vrachtwagen.
De vervoersbranche reageert enthousiast, maar benadrukt ook dat het om een kleine stap gaat, want de verduurzamingsopgave voor de sector blijft groot.
“Met deze praktijktest van het project Solar on Top willen we de laatste kinderziektes eruit halen”, vertelt Martijn Ildiz van IM Efficiency, het bedrijf dat de zonnepanelen op vrachtauto’s ontwikkelde. “Als deze testfase achter de rug is, willen we er in november echt mee beginnen.”
De stroom wordt niet gebruikt om mee te rijden, vertelt hij. Maar om de elektriciteit mee op te wekken die de chauffeur gebruikt voor bijvoorbeeld de airco, koffiezetten, tv-kijken of een laptop opladen. Doorgaans wordt hiervoor nu diesel gebruikt, die wordt omgezet in elektriciteit, maar dat is niet erg duurzaam.
Het betreft een test in samenwerking met bedenker IM Efficiency dat grootste plannen heeft met het duurzame systeem. De startup wil in de Benelux op korte termijn zo’n 4.000 trailers van zonnepanelen kunnen voorzien.
Eveline Vermeulen, duurzaamheidsmanager bij Vos Logistics: “We ondersteunen veel verschillende duurzaamheidsinitiatieven. ” Over dit specifieke project is het enthousiasme groot omdat met een wagenpark van 1200 truck/trailercombinaties de potentie groot is. “Een trailer gaat tot twintig jaar mee, sommige wat korter, maar de kosten haal je er prima uit. Binnen een jaar of drie is het al terugverdiend.”
Vos Logistics is de eerste dienstverlener die het systeem in gebruik neemt, maar niet de enige. Ook Emons gaat de techniek testen. De solar oplossing die alle elektronica aan boord kan voorzien van stroom, moet de logistieke dienstverleners per jaar 5,5 procent aan brandstof besparen. Dat is goed voor rond de 2000 liter diesel per jaar, aldus de start up. In tegenstelling tot Emons test Vos Logistics het systeem op een LNG truck om te weten te komen welke reductie voor deze brandstofsoort mogelijk is.
Het grootste drijvende zonnepark van België is klaar. Het ligt op een plas aan de grens van Dessel met Mol.
Vlaams minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) kreeg dinsdagvoormiddag de eer om het allerlaatste zonnepaneel toe te voegen.
Het park Floating PV werd gebouwd op zandgroeve De Schans van Sibelco op de grens van Dessel en Mol. Er drijven vanaf nu 17.250 zonnepanelen op het water die jaarlijks het energiegebruik voor 2.000 gezinnen gaan produceren.
Er werd gebruik gemaakt van dubbelzijdige zonnepanelen waarbij ook de onderkant van de panelen, door de weerkaatsing van het water energie zal opwekken.
“Sibelco is door haar zandontginning eigenaar van heel wat grote groeves”, zegt Bart Van Herck, country manager van Sibelco Belgium. “De groeve, De Schans, is zeventig hectare groot. De ligging vlakbij de fabriek maakt de site perfect geschikt om het project samen met ons uit te werken. Met de opstart van dit drijvende zonnepanelenpark zal onze fabriek voor 55 procent op hernieuwbare energie draaien, geleverd door zon en wind samen.” Vlakbij de fabriek verschenen in het verleden reeds drie grote windmolens waarmee een eerste stap gezet hebben in duurzame energie bij Sibelco. “Het idee van het zonnepanelenpark leefde al een tiental jaren bij ons, tot we uiteindelijk in 2017 de juiste partners hiervoor vonden en de uitwerking ervan begon.”
Geschreven op 9-9-2020 - Erik van Erne.
Geplaatst in Vervoer en OV
Foto: Autodoc.nl
Uit het onderzoek kan worden afgeleid dat, hoewel prijs een belangrijke factor is bij autobanden, de waarheid is dat kwaliteit een prioriteit blijft bij het verwisselen van autobanden.
Dit wordt bevestigd door de voorkeuren van automobilisten die, zoals blijkt uit de analyse van auto-experts, vallen op de fabrikanten met de hoogste reputatie op de markt, vanwege hun garanties voor veiligheid en comfort.
De top-3 van banden. Onder de geanalyseerde segmenten is het belangrijk om het segment te benadrukken dat het meest tot uitdrukking komt in de wereldbevolking: dat van lichte personenauto’s. Michelin leidt de weg, gevolgd door Pirelli (2e), Goodyear (3e), Nexen (4e) en Hankook (5e). Lees in de volgende regels meer over de drie beste bandenmerken op de markt.
Michelin: opgericht in 1889 in Frankrijk, het is een van de grootste bedrijven in de sector ter wereld. De Bibendum-pop (mascotte) is in meer dan 170 landen aanwezig. Michelin onderscheidt zich door kwaliteit, innovatie en constante evolutie. Veiligheid, duurzaamheid en efficiëntie kenmerken de banden van het merk. Je betaalt er meer voor, maar je verdient ook meer.
De studie concludeert dat Michelin het beste bandenmerk op de markt is en bijgevolg de beste keuze voor wie efficiënt en veilig wil rijden. De tevredenheid werd gemeten en geclassificeerd op basis van slijtage, uiterlijk, rijgedrag en tractie. Het podium met de beste bandenmerken is compleet met Pirelli en Goodyear.
Pirelli: De Italiaanse Pirelli, 145 jaar oud, is een andere bandenreus ter wereld - ze is in meer dan 160 landen. Zet in op de combinatie van drie kenmerken: innovatie, kwaliteit en kracht van het merk. Het droge gedrag, de duurzaamheid en het lage verbruik maken Pirelli-banden tot een uitstekende optie. Het bedrijf is geassocieerd met verschillende prestigieuze tests.
Goodyear: opgericht in 1898, is op een succesvol pad geweest. Naast de bekendheid die werd verworven door de aanwezigheid in de Formule 1, werden Goodyear-banden aanbevolen in meer dan 80% van de onafhankelijke tests die in Europa werden uitgevoerd, vanwege de grip en het remvermogen. Het is de eerste keuze van autofabrikanten: BMW, Mercedes, Porsche, Audi en Ford.
Bedenk dat kwaliteit een criterium moet zijn bij het kiezen en dat het bandenmerk er ook toe doet.
De gemeente Amsterdam gaat textielstromen in de stad verduurzamen. Per jaar belanden miljoenen kilo’s textiel in de prullenbak, die vervolgens verbrand worden. Dat is niet alleen zonde, maar dat kan veel beter.
Hoe kunnen ontwerpers, producenten, textielinzamelaars en -verwerkers, beleidsmakers en burgers samenwerken aan een alternatief voor de lineaire materiaalstroom, met een langere levensduur voor onze kleding en textiel, meer hergebruik en recycling en minder verspilling en vervuiling?
Vanavond vindt de officiële start van REFLOW plaats tijdens de eerste van een LIVECASTtweeluik, online via Pakhuis de Zwijger. Hierin wordt de Amsterdamse pilot gepresenteerd.
Binnen project REFLOW werken zes Europese steden aan de transitie naar een circulaire economie en het hergebruiken en recyclen van verschillende afgedankte grondstoffen. Milaan richt zich op voedsel, Vejle op plastic, Parijs op evenementen en beurzen, Cluj-Napoca op woningbouw en Berlijn op
energie. De Amsterdamse pilot van het REFLOW-project werkt aan een volgend leven voor gebruikte kleren en textiel. Het project stimuleert diverse manieren van inzameling, om meer grondstoffen voor de recycling-industrie te krijgen. Aan de andere kant werkt REFLOW aan de vraag naar gerecycled textiel en het aanbod van nieuwe producten uit teruggewonnen grondstoffen.
Het doel is dat zoveel mogelijk mensen zelf als “changemaker” aan de slag kunnen gaan. Reflow Amsterdam heeft als uiteindelijk doel om het ingezamelde textiel binnen de Metropoolregio Amsterdam zoveel mogelijk circulair in te zetten of te verwerken. ‘Het allermooist is als je
werkkleding, hotellakens of jeans weer kunt versnipperen om er garens van te maken. Deze kun je vervolgens benutten als grondstof voor nieuwe producten die we zoveel mogelijk binnen de regio willen laten produceren en verkopen,’ aldus Roosmarie Ruigrok van de Gemeente Amsterdam.
Dit eerste deel van het tweeluik op 9 september is de officiële lancering van REFLOW Amsterdam. Op de avond worden de plannen en de mensen achter dit programma gepresenteerd door Cecilia Raspanti van Waags TextileLab Amsterdam. Daarnaast worden de mensen aan het woord gelaten
die nu al bijdragen aan een langer leven voor kleding en textiel.
In deel twee op 16 september wordt gekeken naar het nieuwe landelijke beleidsplan van Stientje van Veldhoven, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, over circulair textiel, dat dit najaar in de Kamer wordt behandeld. Tijdens beiden evenementen is er de gelegenheid vragen te stellen en ideeën te delen.
Partners van deze REFLOW pilot zijn: BMA-Techne, Gemeente Amsterdam, Metabolic, Pakhuis de Zwijger en Waag. Reflow wordt mogelijk gemaakt door financiering vanuit het Horizon 2020 programma van de Europese Unie.
Waag die de rol van technologie in de samenleving onderzoekt, is pilotcoördinator voor alle zes pilots en trekker van de Amsterdamse textielpilot.
Geschreven op 9-9-2020 - Erik van Erne.
Geplaatst in Klimaat
Foto: Ossip van Duivenbode
Het dakbos van het Depot Boijmans Van Beuningen is op vrijdag 4 september tijdens het Rooftop Symposium in Capital C in Amsterdam, bekroond met de Rooftop Award 2020.
Sjarel Ex, directeur van Museum Boijmans Van Beuningen, Arjen Ketting, associate en architect MVRDV, en Michiel van de Bunt, bedrijfsleider bij ZinCo Benelux, ontvingen de Rooftop Award uit handen van DakenDiva Esther Wienese.
Rooftop Revolution, de organisator van het symposium en aanjager van het duurzaam benutten van ons daklandschap, wil met de Rooftop Award ambitieuze ‘dak-innovators’ een podium geven en laten zien dat er veel meer kan op onze daken. Het dakbos op het depot is daar een prachtig voorbeeld van. Het is een ontwerp van MVRDV in samenwerking met MTD Landschapsarchitecten. Winy Maas, mede-oprichter MVRDV: ‘In onze ontwerpen zijn daken van groot belang. We maken ze toegankelijk als tuin, bos of evenemententerrein. Het depot is een speciaal geval; het heeft een duidelijke publieksfunctie, en bevindt zich in het Rotterdamse Museumpark dat we niet te veel wilden aantasten. Dat hebben we opgelost door het park naar 35 meter hoogte te verhuizen.’
Het toevoegen van natuur aan de stad is de missie van Rooftop Revolution. En ook volgens Maas van groot belang: ‘Vooral om mensen extra plekken te geven waar ze letterlijk kunnen ademen. Het bekroonde depot is volgens hem ‘een plukje “jungle” waar mensen kunnen genieten van het bos en het spectaculaire uitzicht.’ Museumdirecteur Sjarel Ex zegt over de bekroning: ‘Het is geweldig om deze prijs gezamenlijk te winnen. En ik vind het fantastisch dat we met de gemeente Rotterdam de collectie van de stad op deze manier voor het publiek toegankelijk kunnen maken. Met als toegevoegde waarde een panoramisch dak met horeca en natuur!’